zondag 20 december 2009

Ovaaltjes

"Obsessie kan ontstaan in de persoonlijke worsteling met lust, verliefdheid en gemis of verlies van liefde, en doet zich vaak op die manier voor, maar heeft daar als mechanisme op zich niets mee te maken, denk ik. Ik zie het zo: onze intelligentie en ons leervermogen stellen ons in staat om een flink stuk van de hardware van onze bovenkamer al doende in elkaar te knutselen. Je soldeert op die manier datgene waar je intensief mee bezig bent vast in je hersenen. Dat biedt ongekende voordelen ten opzichte van minder ontwikkelde diersoorten, maar houdt ook risico's in.

Collectief luchtfietsen in een illusoire wereld bijvoorbeeld. Alle idealistische, religieuze en plat commerciële indoctrinatiesystemen zijn daar volgens mij flagrante voorbeelden van. Individueel je brein ovaaltjes laten rijden op het liefdesspoor naar het groot geluk in Bommelskonten behoort ook tot de onuitputtelijke reeks vluchtwegen weg uit een werkelijkheid die je niet wil of kan aanvaarden.

Obsessie is je met de dynamische hardwiring van je brein ergens in verloren rijden en daar rondjes blijven draaien. Een soort gecultiveerd autisme.

Goeroes en gestalkte dames zijn allebei een kapstok waar een ander zijn obsessiviteit aan vasthaakt. De ene gewild, de andere ongewild. En zoals met alles en zelfs dat is volgens mij ook in dezen geen grenslijn te vinden tussen zwart en wit of goed en kwaad, en is timing en dosering ook hier weer het echte verschil tussen remedie en kwaal.

In mildere en voldoende rationeel en emotioneel gecontroleerde vorm, in sociaal aanvaarde gedaantes, en geënt op reële talenten, levert "obsessiviteit" een enorme meerwaarde aan gedreven mensen, heiligen, kampioenen, activisten, trouwe partners, artiesten, ..."

(P. Vandenberghe)

vrijdag 18 december 2009

Vlucht

Wat is verliefdheid anders dan een vluchtstrook, een toevluchtsoord? Dan een plek buiten onszelf waar we onze pijn en onze dromen te rusten kunnen leggen?

Of ook: een schijnbare oplossing voor een schier onoplosbaar probleem: de fundamentele eenzaamheid.

(vluchtige bedenkingen terwijl zij ruziet met de escapist in zichzelf)

donderdag 17 december 2009

Les mots du moment II

sinister - meticuleus - pandoering - wemelen - gerstenat - valreep - plantrekkerij - virulent - vief - dwaalgast - flaneur - ogentroost - grossieren - zieltogen - wezenstrek - halfbestaan - leprechaun - flauwiteiten - hoofdbrekens - doublure - klapwieken - sikkeneurig - ontraadseling - onttakeling - droomgestalte - zielkunde - schier - krakkemikkig - kennelijk - vergetelheid - desolaat - bosschages - schemerig - erbarmelijk - temeier - drinkebroer - esbattement - loslippig - vinnig - antidotum - escapisme - interbellum - billenkar - kwakzalver - moustache - herberg - krijgsgevangene - kousenvoeten

donderdag 10 december 2009

Onmogelijk

Niets zo onmogelijk als onmogelijke mensen die niet van zichzelf weten hoe onmogelijk ze zijn.

woensdag 9 december 2009

IJdel

"Uit eerdere romans (bijvoorbeeld het strakker gehouden Dood meisje) kennen we al Proveniers voorkeur voor borderliners. De bedaagde intellectueel vindt het prettig wanneer dit type vrouwen zich aan hem vastklampen. Zelfs als dat betekent dat hij daardoor óók labieler gedrag begint te vertonen. Op borderliners kan de ijdele Provenier zijn docerende, instruerende neigingen botvieren."

"Ik heb zo lang ik mij kan herinneren geleefd in een staat van verliefdheid. Geen gemoedstoestand maar een wezenstrek van mijn karakter. Duurzaam verliefd, de invulling kan wisselen, er zijn ook overlappingen geweest, vier of vijf geliefden tegelijk geen probleem, ongeveer zoveel als er gaspitten op een fornuis zitten, je kunt het best verschillende potjes op het vuur houden. Zoals een andere hartsvriendin die uit mijn leven verdwenen is, het eens formuleerde tijdens haar derde huwelijk: ‘Mijn hart is groot genoeg voor meerdere liefdes.’ Alleen zó pleeg je geen verraad, wat in onze jonge jaren zijn de mogelijkheden onbeperkt, we dragen allemaal meerdere levens in onze koker. Stel je voor dat Cupido slechts één pijl ter beschikking had gestaan! Ik moet er niet aan denken."

De tien wetten van de liefde

1 Niet verliefd worden.
2 Nooit de fout begaan in de ander te zien wie jíj erin wilt zien.
3 Nooit denken jezelf in de ander terug te zien: wat je ziet ben je zelf.
4 Niet jezelf verraden door omwille van de geliefde dingen doen of zeggen die je anders nooit gedaan of gezegd zou hebben.
5 Nooit denken dat de andere partij een statische, onveranderlijke figuur is met stabiele sentimenten. Verliefdheid is een dynamisch proces. De zogenaamde liefde is niet onveranderlijk of eeuwig herhaalbaar, zoals de geslachtsdaad.
6 Vrouwen die niet willen of niet kunnen eten c.q. koken, zijn niet sensueel.
7 Altijd voor ogen houden dat degene die het meest van de ander houdt het onderspit zal delven. Volgens de informatietheorie is de zogenaamde liefde nooit recht evenredig: het is altijd een one up/one down-verhouding.
8 Wie zijn jeugdliefde trouw blijft, is zichzelf ontrouw.
9 Geen rancune koesteren omdat er niets is uitgekomen wat er niet in zat.
10 Liefde bestaat niet. Het is een geloof -- wie gode behaagt, ontsnapt eraan.

(over & uit 'Siciliaanse Vespers' van Geerten Meijsing: http://achillevandenbranden.blogspot.com/2009/03/siciliaanse-vespers-geerten-meijsing.html)

Limitatief

En toen kreeg hij 'Liefde duurt drie jaar' van haar. Een cynisch-realistisch toekomstperspectief? Of is liefde niet-limitatief?

"Er werd ons vaak verteld dat na verloop van enige tijd de hartstocht ‘iets anders’ wordt, duurzamers en mooiers; dat dat ‘andere’ Liefde is met een grote L, een weliswaar minder opwindend, maar ook minder onvolwassen gevoel. Ik wil er geen doekjes om winden: dat ‘andere’ zal me aan mijn reet roesten, en als dat ‘andere’ Liefde is, dan laat ik de Liefde graag over aan de luien, de moedelozen, aan de ‘volwassen’ lieden die zich onkwetsbaar hebben gemaakt in hun emotionele gemakzucht. Mijn liefde is liefde met een kleine l maar neemt een hoge vlucht; ze duurt niet zo lang, maar zolang ze er is, kan ik er op zijn minst niet omheen. Hun ‘iets anders’ waarin ze de liefde graag zouden veranderen, heeft veel weg van een theorie die ze hebben bedacht om met weinig tevreden te kunnen zijn, en om zichzelf gerust te stellen met de kreet dat je nu eenmaal moet roeien met de riemen die je hebt. Ze doen me denken aan de afgunstigen die de portieren van de dure auto’s bekrassen omdat ze zelf niet het geld hebben om er een aan te schaffen."

http://achillevandenbranden.blogspot.com/2009/09/liefde-duurt-drie-jaar-frederic.html

(mooi, herkenbaar zinnetje uit deze recensie: "Er is een duistere kant in mijn persoonlijkheid die de onttakeling van de liefde namelijk een belangrijk project vindt.")

dinsdag 8 december 2009

Uitgesloten

"1965, ik ben drieëntwintig. Het was de eerste keer dat ik 'echt' van een vrouw hield. Het leek me uitgesloten dat ik ooit nog van het leven zou genieten zonder dat mijn geslacht vaak in het hare was. Toch vreeën we op een dag voor het laatst. Tegenwoordig herinner ik me vooral haar blik. Heel nauwkeurig. Van mijn genot bij haar weet ik niets meer." (uit 'Jeanne' van Edmond Baudoin)

(beeld uit 'Corpus Song' van Baudoin)

zondag 6 december 2009

Nachtzoen



"Such hungry lips, you must have been hurt very much."

zaterdag 28 november 2009

De laatste

“Hij wist drommels goed dat zij de laatste was geweest met wie hij een intieme verstandhouding had gekend, met wie hij orgasmen had beleefd. Die dingen zouden nooit meer terugkomen. Hij nam het haar allerminst kwalijk, maar Lily had hem voor verdere belevenissen van dien aard ongeschikt gemaakt. Beter zou hij nooit meer krijgen; slechter had hij het nooit gehad.”

(uit 'Dood Meisje' van Geerten Meijsing)

woensdag 25 november 2009

Werelden

"Ik ben er inmiddels in geslaagd de pathetische zinnen van dit cahier niet langer hardop verder te denken op straat, in kroegen, zelfs niet in de intimiteit van een bed. Ne mélangeons plus les mondes. (Hoe minder wereld ginder, hoe meer wereld hier?)" (pag. 783)

"Concentratie is afzondering, toespitsing, focussen. Dagdromen is een punt van aandacht vinden buiten de vanzelfsprekende wereld. Misschien is een gedicht, misschien is kunst niets anders dan een brandpunt vinden buiten de gegeven realiteit, met het oog op het maken van een mogelijke wereld. Kunst als virtuele werkelijkheid?" (pag. 783)

"En ik voelde je (H. de Coninck) plotseling naast ons lopen in de gedichten die ik vorig jaar hier schreef, hier, op dezelfde plek waar jij ons twee jaar geleden bezocht. Hoe ouder wij worden, hoe minder telbaar ze lijken, de jaren, hoe onduidelijker ze samenkomen in de hechte knoop van vlees en verzen die wij zijn geworden. Die fysieke gewaarwording bevestigt nogmaals - hoe pathetisch dat ook moge klinken - dat voor een kunstenaar zijn eigen kunst en de geliefde kunst van anderen de hoogste vorm van werkelijkheid zijn. Dat fanatisme pakt niemand hem af." (pag. 784)

(uit 'Dagboek van een dichter', Leonard Nolens)

dinsdag 24 november 2009

Gemeen(d)

De dichter en de vrouwen...

Zijn vrouw Leen:

"Nu stop ik en pak ik een pint. Zij haat dat. Zij haat dat ik weer naar de keuken ga en een pint pak. Zij zegt: 'Zuigeling. Zuigeling. Jij bent een zuigeling van vijftig.'"

Een niet onbelangrijke passante:

"De vrouw die eind februari en de hele maand maart was ingebroken in je leven, de vrouw met wie je zes weken lang halfdronken door België, Nederland en Duitsland bent getrokken, haar heb je toen geen plaats kunnen geven in het ondoorgrondelijke scenario van je toekomst. Zij was de vreemde, de jonge dievegge die op een ochtend om vier uur in een eivolle kroeg je hand vastnam en beweerde dat zij van je hield. En die ook meende wat ze zei. En die je dronken lichaam over zich heen trok om haar wanhoop toe te dekken, haar zielenpijn te verdoven met de pijn van een ander, ja, zoals men zich slaat om een schrijnende wond het zwijgen op te leggen.
Voel jij je nu, achteraf, gebruikt? Ja. Maar dat wilde je toch? Het was immers de eerste keer dat een mens je zonder boe of bah liet zien dat zij je nodig had, acuut. Dat vleide je, jij die je zo vaak in dit leven te veel hebt gevoeld, nutteloos, overtollig, telluris inutile pondus. Je was de stomme pleister op haar leed, en dat beviel je. Je was bereidwillig en welkom gereedschap in de chaotische huishouding van haar eenzame bestaan. En misschien ben je dat nog, al heb je je fysiek uit haar zwerversleven teruggetrokken. Want zei ze niet, wel honderd keer, dat zij altijd van je zou houden, ook al zou ze je nooit meer zien? Alle mannen die zij heeft gekend hebben een plaats gekregen in haar hoge, lichte kamers, alle mannen zitten daar dagelijks mee aan tafel, met al haar verdwenen minnaars gaat zij dagelijks naar bed."

(uit 'Dagboek van een dichter', Leonard Nolens)

maandag 23 november 2009

La chair

Denkoefening voor een dansvoorstelling



maandag 16 november 2009

Mixed emotions I

"Love easily confuses us
because it is always in flux
between illusion and substance,
between memory and wish,
between contentment and need."
(Tom Robbins)

zondag 15 november 2009

vrijdag 13 november 2009

Littekening

vrijdag 30 oktober 2009

Verdriet en verlangen

'Een van de diepste bekommernissen waardoor de mens zich onderscheidt van het dier zal wel zijn desperate verlangen zijn naar iets 'wat blijft'. We kennen de dieren natuurlijk niet echt van binnenuit en het is in principe dan ook niet helemaal uitgesloten dat ook zij, op een voor ons onwaarneembare manier, door dit verlangen zouden worden gedreven. Maar naar alle uiterlijke gedragingen gemeten zien ze er niet zo desperaat uit als wij. Wanneer ze geen honger of kou hebben, niet in hun bestaan worden bedreigd en volop gelegenheid hebben tot paren zien ze er perfect tevreden uit, terwijl het er bij de mens soms op lijkt alsof dan pas de Grote Onrust begint. Komt het door ons sterker ontwikkelde geheugen, door onze levendige verbeelding, door ons doordravende verstand of door ons haast grenzeloze vermogen tot verveling - wie zal het zeggen? Feit bijft dat we permanent op zoek zijn naar iets anders dan wat ons gegeven is: van wat voorbij is willen we dat het blijft, van wat moet komen willen we dat het er al is, en dat het nooit voorbij zal gaan. Verdriet en verlangen, dat is de mens ten voeten uit.'

(uit 'Wat blijft', essay uit 2007 van Patricia De Martelaere)

donderdag 29 oktober 2009

De liefde is een gevaar

"De liefde is een gevaar. Of toch voor mij: niet zo lang geleden heb ik aan mezelf moeten toegeven dat ik een "affectieve verslaafde" ben. Zoals junks verslaafd zijn aan drugs, gokken of drank, was ik aan genegenheid en liefde verslingerd. Ironisch genoeg waren de mannen op wie ik terugviel, wél vaak aan drugs, drank of leugens verslaafd. Ik ben vaak om de tuin geleid. (...) En als ik op een toffe, lieve man viel, verveelde ik me direct: er moesten problemen zijn en anders saboteerde ik de relatie zélf wel. (...) Ik heb het opgegeven om liefdesgeluk te vinden. (...) Liever gelukkig alleen dan miserabel tesamen. Het hóeft voor mij ook niet meer, zo'n relatie: dat model wordt fel overschat. Met iemand samenwonen is in de praktijk heus niet zo'n pretje: als je man 's morgens uit zijn mond ruikt, snurkt of je wil allebei naar een ander tv-programma kijken, blijft er van dat ideale liefdesbeeld weinig over."
(Dani Klein in De Morgen)

En dan een jonge stem:

"Mijn tante Mouche zei me: 'Al dat gedoe over de liefde is overroepen, je moet elkaar begrijpen.' Daar ben ik het mee eens. Liefde is begrip en respect."
(Siska Schoeters in dezelfde krant)

woensdag 28 oktober 2009

Huiselijke genoegens


vrijdag 23 oktober 2009

Minnaar

Van je eerste tot je laatste lichaam,
liefste, laat mij al de minnaars zijn.
Eerst de jonge danser, zacht en eenzaam,
die je speeksel zoekt en drinkt als wijn.

Later de gevreesde die zijn mieren
jaagt van hoer tot hoer, tot onze schade.
Soms de sterke met verstilde spieren,
hemelsbreed van blijdschap en genade.

Laatst de vader die het zaad zal dragen
van je vrucht de vruchteloze pijn,
en aan al je lichamen zal vragen:
liefste, laat mij de geliefde zijn.



(Vijfde gedicht voor Maria Magdalena - Paul Snoek)

woensdag 7 oktober 2009

Icarus



Ik had jou, mijn Icarus, innig lief.
Maar hoe kon ik weten dat ik jouw zon was,
waardoor je telkens neerviel nadat we samen waren?
Toen viel ook mijn nacht.
(N.N.)

dinsdag 29 september 2009

Een zeker isolement

“Ik denk dat dat een essentieel gegeven van het schrijverschap is. Ik kan me voorstellen dat er schrijvers zijn die zich alleen maar kunnen uiten op papier, waarbij het contact met mensen een voortdurend lijden is, een gevoel van: ik bén er niet, en ik héb het niet. Schrijvers verkeren minder makkelijk in de werkelijkheid van het leven, de voldoening die gevonden wordt in relaties is bijna minder echt dan wanneer je schrijft. Dat is een gevoel dat ik heel goed ken. Schrijven is niet zoiets als een fluitje waarop je even speelt en dat je dan weer weglegt. Het is zo verknoopt met je hele wezen, waarschijnlijk word je zo geboren. Je kunt er zo goed mogelijk iets proberen mee te doen, maar ervan loskomen, dat kan niet.” (Hella Haasse)

“Ik ben nu eenmaal van nature niet geschikt me ergens bij aan te sluiten. Ik kan dat niet. Een beweging moet om te kunnen bestaan grenzen trekken. Is gedwongen om te zeggen: alles wat hieroverheen gaat hoort er niet meer bij. Ik wil er juist graag buiten staan. Ik wil weten hoe het er aan de andere kant uitziet. Het voordeel van aan de zijkant staan is dat je beter kunt kijken. Wat het nadeel is? Een zeker isolement. Maar dat gevoel nergens helemaal thuis te zijn of bij te horen is voor mij al een vroeg gevoel. Ik ben gewend aan die opstelling. Nee, dat doet geen pijn, de fase waarin ik dat het ondervonden is allang voorbij. Het observeren is kennelijk mijn manier. Ik ben niet de enige die zo is. Het is een houding die ik herkend heb in veel van wat andere schrijvers hierover op papier hebben gezet. Het is bijna een soort basisgesteldheid van een schrijver.” (Hella Haasse)

donderdag 24 september 2009

Bitterzoet

“Ik was niet tegen het huwelijk. Ik geloofde er zelfs in. Het was noodzakelijk om in een vijandige wereld ten minste iemand te hebben die je beste vriend was, iemand tegenover wie je je ten allen tijd loyaal zou gedragen, één mens die altijd loyaal tegenover jou zou zijn. Maar al die andere verlangens dan, die het huwelijk na een tijdje nauwelijks meer bevredigt? De rusteloosheid, de begeerte, dat kloppen in je buik, dat kloppen in je kut, dat verlangen om dichtgestopt te worden, om genaaid te worden in al je openingen, het hunkeren naar droge champagne en natte zoenen, naar de geur van pioenrozen op een dakterras op een avond in juni, naar het licht aan het uiteinde van de pier in Gatsby… eigenlijk niet eens zozeer naar die dingen zelf – want je wist best dat de zeer rijken een stuk saaier waren dan jij en ik – maar naar wat die dingen oproepen. De sardonische, bitterzoete woorden van een Cole Porter-song, de trieste sentimentele teksten van Rodger en Hart, al die romantische onzin waarnaar je met de ene kant van je wezen snakte en waar je aan de andere kant vinnig mee spotte.” (Erica Jong)

donderdag 17 september 2009

Narcissus

Narcistische liefde.
Eerst hou je van die ander
om al het mooie van jezelf dat je herkent.
Daarna verafschuw je die ander
om al het lelijke van jezelf dat je herkent.
Daarna verafschuw je jezelf.

Of, in de woorden van Roy Stuart:

"All romantic love originates from a fundamental dissatisfaction. A discontentment. An attempt through another person to get rid of this inner feeling of distress. Carmen: A mere matter of projection? That we get to see our better selves in the filtered reflection of the person who loves us? Is it this which gives us this boost what we call love?... Roy: Yes. Basically that's another way of saying you're just improving your ego. Once there is a risk of this person disappearing, you become possessive and this is where jealousy starts. You don't want your ego boost to go away because the big danger is that your ego will fall back into the same miserable state it was in the first place." (interview door carmendevos)

dinsdag 15 september 2009

I can let it out, I still let you in

(soms schieten woorden tekort)

donderdag 10 september 2009

Nog één keertje

“Ik ben ervan overtuigd dat de seksuele liefde voor mannen bij vrouwen de werking van hersencellen tegengaat. Dat we voor de liefde dingen doen die niet goed voor ons zijn. Wij vrouwen zouden vaker moeten koersen op de piloot van het verstand. Het is wonderlijk hoe een deel van jezelf daar toch tegen kan rebelleren. Dat je duidelijk weet: dit is het beste voor mij, maar intussen wil je alles behalve dat ene. Dan zeuren we als kleine kinderen: “Hé, toe, nog één keertje.” Vreselijk toch dit getob. Ik vind de liefde een lastig gebied waarin ik mezelf niet handig vind opereren. Ik word daar wel eens miserabel van. Denk vaak kwaad: hé, waarom krijg ik die liefde nou toch nooit in de knuisten.”

(Renate Dorrestein)

vrijdag 4 september 2009

De Passie

"Reizigers hebben tenminste een keus. Wie het zeegat uitvaart weet dat het niet hetzelfde zal zijn als thuis. Ontdekkingsreizigers zijn voorbereid. Maar voor ons, die via de bloedvaten reizen, die toevallig aankomen in steden van het innerlijk, bestaat er geen voorbereiding. Wij die welbespraakt waren merken dat het leven een vreemde taal is. Ergens tussen het moeras en de bergen. Ergens tussen angst en seks. Ergens tussen God en de duivel ligt passie en de weg erheen is snel en de weg terug nog erger."

(uit ‘De Passie’ van Jeanette Winterson)

donderdag 20 augustus 2009

Levenslangleesverlanglijst

Ik heb er al ettelijke gemaakt en ze blijven steeds verloren gaan. Overal verstrooid over notitieboekjes en vliegende blaadjes. Daarom dus deze lijst, op het net, steeds aanpasbaar, onuitwisbaar. En open voor veel suggesties (maar liefst niet zoveel dat ik er een tweede leven moet aanbreien...). Sterretjes komen er achteraan na de lectuur.

Op de stapel:
* 'Still Life With Woodpecker' Tom Robbins

* 'Brief aan mijn vader' Franz Kafka
* 'Shantaram' Gregory David Roberts
* 'A short history of nearly everything' Bill Bryson

* 'Griffin and Sabine: An Extraordinary Correspondence' Nick Bantock
* 'De Volder in stukken'
* 'Eckhart nu. Tien visies op Meister Eckhart' Oek de Jong
* 'Inwijding' Elisabeth Haich
* ' De mens en zijn symbolen' & C.G. Jung
* 'Verborgen dynamiek van familiebanden' Bert Hellinger
* 'Een minuut stilte' Siegfried Lenz
* 'Huid en haar' Arnon Grünberg
* 'Sneeuwstorm en amandelgeur' Camilla Läckberg
* 'Oplevingen van het denken: over de menselijke emoties' Martha Nussbaum
* 'Wetenschap & spiritualiteit' Rupert Sheldrake en Matthew Fox
* 'Les manipulateurs et l' amour' Isabelle Nazare-Aga
* 'Sprakeloos' Tom Lanoye
* 'De verboden beelden' Paul Nougé
* 'Seksuele obsessies - surrealistische scéances 1928-32'
* 'Duivelinnen en demonen' Jules Amédée & Barbey d' Aurevilly
* 'De oorlog beu' Françoise Sagan*
* 'Siciliaanse vespers' Geerten Meijsing
* 'Het model' Edmond Baudoin
* 'Gisteren' Agotha Kristof
* 'Nude men' Amanda Filipacchi
* 'Love creeps' Amanda Filipacchi
* 'Een verlangen naar ontroostbaarheid' Patricia De Martelaere
* 'Littekens' Patricia De Martelaere
* 'Wat blijft' Patricia De Martelaere
* 'Varieties of disturbance' Lydia Davis
* Groot verseboek 2000' André P. Brink
* 'Middlesex' Jeffrey Eugenides
* 'Cocaïne' Pitigrilli
* 'Jaloezie' Pitigrilli
* 'Tussen mes en keel' Geerten Meijsing
* 'Ten liefde' Ronald Giphart
* 'Hij en ik' Alberto Moravia
* 'De droomster van Oostende' Eric-Emmanuel Schmitt
* 'Oscar en oma Rozerood' Eric-Emmanuel Schmitt
* 'Het kleine meisje van mijnheer Lihn' Philippe Claudel
* 'De eenzaamheid van de priemgetallen' Paolo Giordano
* 'Het hoogsensitieve kind' Elaine N. Aron
* 'Gerechtigheid' Stieg Larsson
* 'De zwarte zwaan - de impact van het hoogst waarschijnlijke' Nassim Nicholas Taleb
* 'De gravin van Parma' Sándor Márai
* 'Sartre en de Beauvoir in een twijfelaar'
* 'De dove muzikant' Anneke Lucas
* 'De verleider' Jan Kjaerstad
* 'Edith' Stefan Zweig
* 'Runaway' Alice Munro
* 'Lachwekkende Liefdes' Milan Kundera
* 'De vulkaanminnaar' Susan Sontag
* 'Mijn beter ik' Renate Rubinstein
* 'Varieties of disturbance' Lydia Davis
* 'Freedom from the known' Krishnamurti
* 'In gesprek over het einde van de tijd' Krishnamurti en David Bohm
* 'A brief history of everything' Ken Wilber

* 'The book on the taboo against knowing who you are' Alan Watts
* 'When love comes as a gift' Paul Ferrini
* ...

Verorberd:
* 'In stilte' Myriam van Biemen ***
* 'Beminnen als beroep' Roos Bachelier **
* 'Monogaam' Marek van der Jagt ****
* 'Voluit leven met hooggevoeligheid' Susan Marletta-Hart *
* 'Mannen die vrouwen haten' Stieg Larsson **
* 'De duivelsdriehoek' Carolien Roodvoets **
* 'Het monsterverbond' Carolien Roodvoets **
* 'Labyrinth of desire' Rosemary Sullivan ****
* 'Dood meisje' Geerten Meijsing ****
* 'Jeanne' Edmond Baudoin ****
* 'Liefde duurt drie jaar' Frédéric Beigbeder ***
* 'De borderline-dans' Anthony Walker **
* 'Gek van liefde: als liefde een obsessie wordt' Wilfried Van Craen ****
* 'De kunst van het beminnen' Blanca Van den Brand ***
* 'Het verborgen weefsel' Stefan Hertmans *****
* 'Dagboek van een dichter' Leonard Nolens *****
* 'De vrouw die met vuur speelde' Stieg Larsson **
* 'Art. 285b' Christiaan Weijts ***
* 'Destructieve relaties op de schop: psychopathie herkennen en hanteren' Jan Storms ****
* 'Bekentenissen van een minnares' Milla Fonteyne **
* 'Het Ritsloze nummer' Erica Jong ***
* 'De kracht van het nu' Eckhart Tolle *****
* 'Te vroeg oud, te laat wijs' Gordon Livingston *****
* 'Leren lief te hebben' Gordon Livingston ****
* 'Lessen in levenskunst' Wilfried van Craen **
* 'Vergroot je emotionele energie' Mira Kirshenbaum **
* 'Meditatie' Deltas - Aquarius **
* 'Een nieuwe aarde' Eckhart Tolle *****
* 'Het drama van het begaafde kind' Alice Miller ***
* 'Wat we van monniken kunnen leren' Notker Wolf **
* 'Taoïsme' Patricia De Martelaere ****
* 'Gedachten in beeld' Marie-Thérèse Lips ***
* 'Het zesde zintuig' Hazel Courteney ***
* 'Vrouwen op zoek naar het spirituele' Anne Bancroft ***
* 'Zen voor leken' Henk Coelman ***
* 'Heer en meester, een liefdesverklaring', Edith Ringnalda **
* 'Acanthus: voor gelukkige koppels of zij die het willen worden' Reinold Vallinga *
* 'Verhalen uit het lustenkabinet' La maîtresse du Pirate **
* 'The five people you want to meet in heaven' Mitch Albom *
* 'Vrijages' Pia Fraus ****
* 'Narcisme: psychoanalytische beschouwingen' Heuves & Nicolai **
* 'Met de hand' Mels Van Driel ****
* 'Jummie! Het ware leven van een adoptieprinses' Pam Emmerik ***
* 'De Alchemist' Paulo Coelho *
* 'Hoogsensitieve personen in de liefde' Elaine N. Aron ****

vrijdag 14 augustus 2009

The mystery

"When the mystery of the connection goes, love goes. It's that simple. This suggests that it isn't love that is so important to us but the mystery itself. The love connection may be merely a device to put us in contact with the mystery, and we long for love to last so that the ecstacy of being near the mystery will last. It is contrary to the nature of mystery to stand still. Yet it's always there, somewhere, a world on the other side of the mirror (or the Camel pack), a promise in the next pair of eyes that smile at us. We glimpse it when we stand still. The romance of new love, the romance of solitude, the romance of objecthood, the romance of ancient pyramids and distant stars are means of making contact with the mystery. When it comes to perpetuating it, however, I got no advice. But I can and will remind you of two of the most important facts I know: 1. Everything is part of it. 2. It's never too late to have a happy childhood." — Tom Robbins (Still Life with Woodpecker)

http://www.goodreads.com/quotes/show/64555

woensdag 1 juli 2009

Spell


Nooit gedacht
dat zij de druppel
zou zijn en wij
de hete plaat.

vrijdag 26 juni 2009

Wauw

HUMO Is dat het moeilijkste aan leven: een goed mens proberen te zijn?
Yasmine « Dat, en geconfronteerd worden met al die trieste, gekwetste mensen die er op deze bol rondlopen - en dat zijn er enorm veel. Ik ben erg gevoelig voor het leed van anderen. Ik merk het meteen, en ik pak het zelf binnen. Ik ga mee de dieperik in. Omdat ik het zo erg vind voor die ander, én omdat ik me ermee identificeer. Geen idee waar dat vandaan komt, dat heb ik altijd gehad.»

HUMO Wat verzoent je desalniettemin met dit bestaan?
Yasmine « Dat ik in staat ben om passie te voelen, in de breedste zin van het woord. Als ik mijn vrouw zie of prachtige muziek hoor, dan geeft me dat een heel sterk wauw-gevoel. Dan word ik opgeslokt door een immense roze wolk en laat ik me heerlijk meedrijven. Oké, ik klink weer melig, maar zo voelt het.

http://www.humo.be/tws/humo-files/18017/yasmine-overleden.html

vrijdag 19 juni 2009

Love I do not have, nothing I am


Naakt in bed, ik tracht te lezen,
de ochtendzon verblindt mijn blik
verbleekt mijn bleke huid.
Een nieuwe vlam ontsteekt,
gefnuikt verlangen
dat desondanks ontbrandt.
Er is iets goeds aan sterven:
de heropstanding.
En in mijn hoofd speelt
steeds dat lied...
If with the tongues of men I speak,
and of angels,
Love I do not have,
I have become a gong resounding or cymbal clanging.
And if I have the gift of prophecy,
and know mysteries all,
faith mountains move,
Love I do not have, nothing I am.
Love is generous, virtuous,
Love does not envy, boast, not proud is.
All she protects, all she trusts, all she hopes, all she perseveres.

woensdag 17 juni 2009

Nuits blanches



Witte nachten vol weifeling. En ik
word stilaan waanzinnig. Nooit
geweten dat dit ook liefde kon heten:
de bijl opnemen en je eigen hand
afhakken.

dinsdag 16 juni 2009

Het gevecht met de kenau



Haren worden uitgerukt,
hete tranen geweend.
Wat het meest deugd doet,
kan het meest zeer doen.

zaterdag 13 juni 2009

Wat me te doen staat

Is de navelstreng doorknippen.
Helaas
ontbreekt mij heden de kracht
om de schaar te hanteren.




woensdag 27 mei 2009

Voelsprieten

Uit de monografie van Fons Daelman: "Kunstenaars worden terecht eigenzinnig genoemd. Ze geven een eigen zin aan de uiting van hun gevoelens. Hun antennes zijn nauwkeuriger gericht en zuiverder afgesteld. Zij absorberen subtieler. Ze zijn meer gegrepen, geboeid en ontroerd door wat zijn ervaren en beleven."

Helaas is dit alles geen voordeel in deze hoogst cynische tijden.

woensdag 20 mei 2009

L'idylle


donderdag 23 april 2009

Het verborgen weefsel



Versmolten oogleden. Hoofd afgewend. Bekken opduwend.

Weerloos naakt. In zijn aanwezigheid.

woensdag 15 april 2009

Geaard



Stillborn she was. Already residing in another world before birth.

dinsdag 24 maart 2009

Scrabble

Woorden met hoge waarde die passeerden en bleven kleven op mijn tong/aan mijn oren/in mijn hoofd:

indolent - beduimeld - exuberant - ezelarij - virulent - joyeux - in situ - erotomanie - feeëriek - winterzonnewende - ingetogen - vulkanisch - fideel - autarkisch - geborneerd - onereus - beuzelarijen - criant - badineren - succulent - fabuleren - onttakeling - va-et-vient - calamiteiten - mindset - quidam - yuf - zambo - zanten - zanter - zeeg - zeikstraal - zeiksnor - zenit - inteelt - weelde - schaarste

Ze worden geheid één van mijn schrijfsels binnengesluisd binnenkort, willens nillens!

dinsdag 17 maart 2009

Kalme Chaos



Kalme chaos van wolken terwijl de zee
ongenadig raast. Tegenwind ligt ze.

maandag 9 maart 2009

Ik ben overspelig van nature

Le tango est une pensée triste qui se danse.
*
'Niet het schrijven is moeilijk,' zegt ze tegen de man in de stampvolle kroeg, 'maar het verlangen weerstaan om te schrijven als je niets te zeggen hebt. In die uren is de radeloosheid niet te verdragen.'
*
'Ik zou,' zegt ze tegen Hans, 'ten onder gaan aan het bedrieglijk aandringen van verlangen, als ik alleen was. Ik ben bij jou om mezelf te beschermen tegen mezelf. Dat is onaanvaardbaar; ik schuif jou de verantwoordelijkheid toe voor de rust in mijn leven. Als jij er niet zou zijn, zou ik ten onder gaan; als je er wel bent, verlang ik naar een leven in eenzaamheid. Ik lees te veel, luister te veel naar muziek, ik verlang te veel en te ongericht.'
*
Je kunt anderen geen inzichten bijbrengen die bij een oudere leeftijd horen. Iedereen betaalt bewustzijn als hij of zij aan de beurt is, nooit eerder.
*
Ik bén overspelig, denkt ze, zelfs als ik geen minnaar heb; ik ben overspelig van nature. Ik overweeg elke dag hoe het zou zijn niet in mijn eigen leven te leven.
*
De dagen waarop ze ziek is, komt er een vreemde helderheid over haar. Alsof het leven haar een opdracht geeft, die ze moet vervullen. Het is alsof haar eigen lichaam haar een straf oplegt die ze heeft verdiend. Het bonzen van haar hart, de koorts, de vlagen van misselijkheid, de moeizame ademhaling en de migraine.
*
De zwakste mensen zijn de afgunstigen; zij die zich verbijten omdat een ander vreugde kent die ze zelf hadden gewild. Ze richten ook het meeste onheil aan - niet zozeer door de verdachtmakingen die ze verspreiden om hun afgunst met redenen te omkleden, als wel door het stiekeme medelijden met zichzelf. Zo stichten ze overal verwarring, want hun emoties slepen anderen mee. Wanneer ze erin slagen de benijde medemens schade toe te brengen, schamen ze zich om hun heimelijke vreugde, zodat ze zich nu medelevend moeten tonen om hun genot aan het oog te onttrekken. Zo schommelt de afgunstige heen en weer, tussen verachting van de anderen en van zichzelf.
*
Niet de wil bepaalt het talent, maar de gevoeligheid. Dat dacht ze, ze wist dat het eigenlijk andersom moest, maar ze was weer in een sentimentele bui.
*
Ze zegt dat ze behoefte heeft aan alleen zijn, dat ze niet deugt voor het samenwonen, dat ze eigenlijk een gehuwde celibatair is, dat haar leven een vergissing is, dat hij haar beklemt, dat dat dat.
*
Ze leest ook hun brieven over en vreest dat de ban eigenlijk al gebroken is door de bekentenis; wat moet volgen is de banaliteit van de omhelzing, waarnaar ze hunkert.
*
Een soort koorts houdt hen beiden wakker 's nachts, maar dat weten ze amper van elkaar.
*
Ze voelt zich nog steeds uitgeput en gekneusd, overal waar hij haar heeft gekust, omhelsd, omkneld, gebeten, genomen. (...) Haar lichaam lijkt afgesloten voor elk ander gevoel dan dit nagloeien. Wat had het al die tijd tevoren gedaan? Domweg voor zichzelf verdergeleefd, terwijl zij ergens met epistolaire vleugels boven de wereld zweefde? Dat men op haar leeftijd nog zo kan worden meegesleept, ongelovig schudt ze het hoofd.
*
Dat was het hardste aan verlangen: dat ze iets zo onzichtbaars en toch alles innemends met zich droeg, en dat ze de vermoeidheid die het opleverde, koesterde als een onzinnige, die een ten dode opgeschreven mens kust en hem een lang en een gezond leven wenst.
*
Er zijn lange periodes waarin ze geen woord kan schrijven; alsof haar innerlijk dan potdicht zit. Het zijn goede periodes, vindt ze, het maakt haar sterk en rustig. Ze voelt zich dan eindelijk weer een normaal mens, bevrijd van de kwellingen en de chicanes die het schrijven telkens weer losmaakt in haar. Maar na een tijd begint het te knagen dat ze niets zinnigs uitricht, dat het huishoudelijke werk, dat dagenlang bevrijdend heeft aangevoeld, een sisyfusarbeid is, dat er niets van overblijft, en dat alles wat ze leest zich in haar opstapelt zonder dat er een ventiel is om er de geestelijke overdruk uit te laten. Ze voelt zich dan als een soort teek die bloed opzuigt en zwelt, en die na een paar weken op springen staat.
*
Misschien is de passie van een onmogelijke liefde altijd de voorbereiding op de eenzaamheid. Wie twee liefdes heeft, eindigt vaak alleen.
*
Het dagboek als geklets van een schuldige ziel. Schuldig aan mezelf, aan de wereld, aan het mijn mond niet kunnen houden, aan de overmaat van emotionele energie waaruit alle narigheid voortkomt.
*
Haar man kwam thuis. Welkom, zei ze, en ze meende het, uit de grond van haar hart. Welkom thuis. Ik ben twee mensen, liefste, en geen van beiden is mij. (...) Regenstrepen tegen de lage ochtendzon. Een regenboog. Kermis in de hel. Ik bedrieg mijn minnaar met mijn man.
*
Dat ze ooit in de dwaze illusie is kunnen trappen dat men het diepste, het beste van zichzelf onvoorwaardelijk zou kunnen delen, wat een stommiteit. (...) Ontrouw, schrijft ze in haar dagboek, ontrouw, adem van mijn leven.
*
Een passie is een explosie van mogelijkheden tussen twee mensen die niet voor elkaar zijn bestemd, en wier levens elkaar een tijdlang pijnlijk diep raken.
*
Weken kan ze verlangen naar het alleenzijn, het de anderen kwalijk nemen wanneer dat niet lukt, ze wordt ongelukkig van gepraat, van nabijheid; ze verstikt in de saaiheid van het alledaags kabbelen van het leven, ze verfoeit de regelmaat, de gebondenheid, het samenwonen. Ze pruilt en verzet zich, ze trekt tegen als een kledingstuk dat plakt en scheurt, ze is nors en ze koestert rancunes, het is duister om haar heen met de zon in huis.
*
Ik ben nooit een moeder geweest; ik ben een kind met een kind.
*
Ze heeft geen talent voor eenvoudig geluk. Het gedoemd zijn om te knoeien, het lot van iemand die zichzelf noodgedwongen schendt, haar drang om te willen weten wat niet te weten valt.

(uit 'Het Verborgen Weefsel' van Stefan Hertmans)

zaterdag 28 februari 2009

Les mots du moment

Het leven is voornamelijk routine. Zo ook het talige leven. Als men beroepsgewijs dag in dag uit niets anders doet dan teksten 'kakken' (excuse le mot), sluipt daar al eens wat herhaling in. Ik betrap mezelf erop steeds dezelfde woorden binnen te willen sluizen, in om het even welke tekst. Het zijn mijn woorden van het moment. Ik kan ze niet meer zien of ruiken, maar ze schieten me steeds weer te binnen en dwingen zichzelf op het witte scherm. Ik braak ze hier uit in de hoop dat ze ophouden in mijn hoofd te spoken:

immer - allicht - blik - lekker - heerlijk - bedstee - vermeien - instant - rencontre - adagium - de donkerste krochten der ziel - teerbeminde - omfloerst - minnespel - met graagte - goesting - sikkeneurig - zeemzoet - witz - lekkernijtje - het wijvenrijk - het mannendom - aardkloot - pimpen - slinks - (wel)haast - timide - geil/heil - prikkeling - toentertijd - heden ten dage - beneveld - zemelarijen - bezondigen - weelderig - totterdood - 't spelleke van pleysier...

Schrijf me je liefde ~ Over geletterde liefde en liefde in letters

In de recente ‘Sex and the City’-film leest Carrie voor uit een boek met liefdesbrieven van bekende auteurs. Het boek bleek fictief te zijn, maar er gingen er zoveel nieuwsgierige fans naar op zoek dat schrandere marketinghaantjes hun kans schoon zagen. Ze lieten een boek samenstellen met daarin de gesmaakte love letters van o.a. Beethoven, Mozart, Lord Byron, Gustave Flaubert en Oscar Wilde. Een commerciële stunt (want het boekje heeft minder om het lijf dan vergelijkbare compilaties), maar het zegt veel over hoe de romantiek van ouderwetse liefdesbrieven nog steeds tot onze verbeelding spreekt. Een wandeling langs geletterde liefde en de waanzin van liefde gestold in woorden.

Bezit u hem nog? De eerste liefdesbrief die u kreeg, zorgvuldig ergens op zolder bewaard in een mooie doos? Of de eerste liefdesbrief die u schreef aan die knappe jongeling uit de hogere klas, en die je na veel aarzelen toch maar niet verstuurde? De prikkeling die we toentertijd ervoeren, de tijd die we namen om onze jeugdige zielenroerselen op te schrijven en de spannende wachttijd tussen het verzenden en ontvangen van een wederwoord, worden door de hedendaagse snelle communicatiekanalen grotendeels gefnuikt. Liefdesbetuigingen worden in haastige sms-berichten gegoten (‘luv u 2’), een status op Facebook verraadt de status van het hart en de lyrics van geposte YouTube-songs fungeren als hedendaagse Romeo & Julia-serenade. E-mails bieden wat meer ademruimte voor verliefd gekonkelfoes, maar blijven doorgaans evenzeer vluchtig en vlot verteerbaar. En op datingsites allerhande maken de don juans van dienst het al te bont. Zonder enige gêne worden een hele resem sujets d’amour bestookt met identiek dezelfde doorwrochte (sic) amoureuze bespiegelingen. Amateurpoëzie van de bovenste plank, maar zo inwisselbaar als de pest. Geen denken aan dat je voor de bijl gaat als blijkt dat je vriendin net dezelfde doortrapte complimentjes kreeg toegeworpen.

Vergeef me mijn waanzin
We hebben het afgeleerd: het gelijktijdig laten vloeien van inkt en minnekoorts. Hoe jammer. Het hart dat een bokkensprongetje maakt bij het legen van de brievenbus, het openen van de envelop met trillende handen, de geur van de brief waaraan je je kunt laven: het zijn allemaal sensaties die we tegenwoordig ontberen. Tortelduifjes uit vervlogen tijden namen node wel hun toevlucht tot pen en papier. Thuisblijvende jonge vrouwen schreven in oorlogstijd love letters naar hun geliefden aan het front. Het duurde soms maanden voor hun geduld werd beloond met een verlossend antwoord, maar tegelijkertijd zorgden de afstand en de onzekerheid voor een intensifiëring van het verlangen. Het is het soort wachten dat wij - door de alomtegenwoordigheid van communicatiemogelijkheden - niet meer kennen.
Ook grote literatoren uit de geschiedenis bedreven vaak passionele briefwisselingen. Jean-Paul Sartre bijvoorbeeld, die er naast zijn vaste levenspartner Simone De Beauvoir een hele resem minnaressen op nahield (soms zeven tegelijk), schreef honderden ‘billets doux’ naar de enige vrouw waarvoor hij de Beauvoir misschien had willen inruilen: Lena Zonina, een flamboyante roodharige tolk en (en hoogstwaarschijnlijk ook KGB-agente) die hem bijstond tijdens zijn verblijven in de Sovjetunie. Elke dag pende Sartre, die sowieso bekend staat om zijn enorme productiviteit, voor zijn Russische schone tientallen pagina’s vol.
Een aantal jaar geleden werd op een veiling een recordbedrag neergeteld voor een erotische brief van de Ierse schrijver James Joyce, geschreven aan zijn vrouw Nora Barnacle, toen hij voor het eerst sinds vijf jaar zonder haar in Dublin verbleef. In de brief noemt hij zijn vrouw onder meer ‘een hoer met een wilde blik’ en refereert hij aan zijn ‘ontembare lust’. Voor iemand als Joyce was een dergelijke uitspatting des te opmerkelijker omdat hij naar verluidt een hekel had aan obscene taal. De hitsige brief eindigt allicht daarom met de schuldbewuste zin: “Hemel vergeef me mijn waanzin, Jim.”
Van Portugals grootse, maar wereldschuwe dichter Fernando Pessoa zouden we niet onmiddellijk verwachten dat hij zich bezondigde aan het plegen van melige minnebrieven. Zijn correspondentie met Ofélia Queiroz, die hij leerde kennen via zijn neef, is de neerslag van de enige, ambivalente poging tot het aangaan van een liefdesrelatie die hij in zijn leven heeft ondernomen. De brieven, opgesteld in een pseudo-kinderlijk taaltje, zijn niet meteen ’s mans grootste literaire prestatie en hadden ook niet het verhoopte effect. Pessoa beëindigde de verkering (die op zich al niet veel voorstelde gezien de strenge zeden van die tijd), keerde terug naar de veilige haven van de literatuur en liet het lastige leven voor wat het was.

Liefdesuitbraaksels met een postzegel
Deze uitschuivers van zowel Pessoa als Joyce zeggen natuurlijk heel wat over de literaire waarde van liefdesbrieven. Immers, waarom verliest Joyce plots zijn goede manieren als hij tijdelijk is verwijderd van zijn teerbeminde? Hoe komt het dat een meester als Pessoa verglijdt in een triviaal en infantiel brabbeltaaltje als hij een brief aan zijn geliefde schrijft? Doeshka Meijsing zegt hierover in haar tekst ‘In godsnaam geen liefdesbrief’: “De nagelaten liefdesbrieven van grote schrijvers vallen ofwel ten prooi aan de grote weduwen- en weduwnaarsvuren, of ze hebben het gehalte van de telefoongesprekken van de Prins van Wales. De uitzondering op de regel vormen Flauberts liefdesbrieven aan Louise Colet. Over het algemeen moet literatuur het niet hebben van liefdesuitbraaksels met een postzegel.”
Blijkbaar vervallen ook grote schrijvers in het cliché als ze beneveld zijn door de chemie van de liefde. Weinigen hebben met hun lettres d’amour grootse literatuur afgeleverd. Er is ontzettend veel zeemzoeterigheid gemoeid met amoureus geschrijf, ook met dat van ieder van ons. Verliefdheid verdooft, verdwaast, werkt een zekere lamlendigheid van de geest in de hand. Schrijven wanneer je mentale landschap te woelig is, wanneer de ander loopt te ijsberen in je hoofd, is verraderlijk. Eenmaal de overgave is aangebroken, verlies je al snel een zekere scherpzinnigheid.
De meeste liefdesbrieven getuigen dan ook van een haast gênant vitalisme, moeilijk te begrijpen door degenen die zich niet in een staat van verliefdheid bevinden. Net zoals we niet begrijpen waarom een vriendin zo lyrisch doet over die arrogante, en niet bepaald knappe kantoorchef waar ze haar geheime middagen mee doorbrengt. Verliefde zielen bevinden zich in een ander, parallel universum, in een paarlemoeren wereld overgoten met een waas van sensuele spanning. Overal en tot in het absurde toe ontdekken ze zaken (liedjes, boeken, gebeurtenissen) die gelinkt zijn aan het object van hun liefde. De wereld staat bol van niet zo toevallige toevalligheden. Hun ontembare levenslust en het ophemelen van de geliefde, die een uitweg vinden in liefdesbrieven, komt op een nuchtere ziel over als regelrechte gekte.
Liefdesbrieven zullen dan ook zelden het hart van een onwetende geadresseerde zomaar voor zich winnen. De mierzoete zemelarijen appelleren slechts aan het hart dat reeds veroverd was. Voor iemand die niet verliefd is, zijn het lege woorden. Vaak, jaren later, als de liefde reeds is bekoeld, en je de brieven herleest die je hebt geschreven of die je zijn toegestuurd, betrap je jezelf op plaatsvervangende schaamte. Wat je ooit optilde tot ongekende hoogten, klinkt nu hol en is zelfs lachwekkend.

Balsem voor de verliefde ziel
Toch is een pleidooi voor de heropwaardering van de liefdesbrief op zijn plaats, naar aanleiding van een hoogdag van de liefde als Valentijn. Als u vandaag in de pen kruipt, maakt u daarmee misschien iemand intens gelukkig. Immers, niets is zo balsemend voor de verliefde ziel als het lezen van een brief vol lof en pikanterieën van degene die je hart gestolen heeft. Veel tastbaarder dan een email of een sms’je, is een brief die je kunt lezen en herlezen, die je bij je kunt dragen en koesteren, die je kunt bewaren tot je ze op bejaarde leeftijd herleest met een meewarige glimlach. Om het bedenkelijke literaire niveau hoeft u zich niet te bekommeren. Want zelfs de grootste literatoren bezondigden zich in het heetst van hun minnekoorts aan het neerpennen van een beschamende draak. Het is zoals Pessoa ooit schreef: ‘Liefdesbrieven zijn altijd belachelijk, behalve voor degene voor wie ze bedoeld zijn.’ Hij voegde er echter aan toe: ‘Maar wie nog nooit liefdesbrieven schreef, die is pas belachelijk.’

(verschenen in De Morgen - Wax op 14/02/2009)

maandag 16 februari 2009

Les belles dames sans merci









vrijdag 30 januari 2009

L'amour conjugué

Smet
het is voorjaar, het is avond
er waait een kille wind
door de kamer

hij drijft een wig
tussen de naakten
de lakens rillen

als een listige janus ligt hij
tussen hen in, een fabeldier
dat waakt tussen de slapen

ze wil strijken door zijn haren
maar hij kijkt haar aan, nalatig
met ogen van glas

(Rafaela, 2005)


Maar nu:
Onze wollige cocon. Maagdelijke liefde. Gebroken.
Door het barstje sijpelt nu de ander. Soms.
Een schoonheidsvlek die de schoonheid net in de verf zet.

Of nog, Leonard Nolens:

3. (uit de vijfdelige reeks 'De Derde')

Er moet een ander zijn die morrelt aan de deur
Een man die met zijn vreemde sleutel binnenvalt,
Een hond die 's nachts tussen ons in komt te staan
Om je te plagen met zijn mes van vlees, zijn geur

Van whisky, leer, tabak. Hij koestert in zijn vacht
Een zon die jou verschroeit. We kunnen hem aan.
Hij is de dief die de gevangenis van onze liefde

Platloopt met zijn elegante poten, en dan gaat,

Ons achterlaat met zijn stank en geblaf, zijn pijn
Van ons. Maar elke winter komt hij weer, hij praat
Je om met zijn brutale bek, zijn lastige brieven
Die ons in leven houden. Er moet een ander zijn.

zaterdag 24 januari 2009

C'est moi


Een bovenmodale levensdrift.
Als tegengif: een tegenstribbelend lichaam.
Of: een tegenstribbelend lichaam.
Als tegengif: een bovenmodale levensdrift.

donderdag 22 januari 2009

Expositie

Rafaela presenteert

~ Vluchtschrift ~
Tekeningen
Aquarellen
Schilderijen


20 januari ~ 20 maart 2009

Eetcafé De Scheve Lavabo
Bijlokevest 93 ~ 9000 Gent
Open ma tot za ~ 12.00 tot 00.00

Interesse? Contacteer Rafaela:
info@sensOtheque.com

maandag 12 januari 2009

Fear is my worst friend

zondag 4 januari 2009

La paresse de la vie


Het is: het verlangen om het verlangen. Dat slechts zelden hoeft te worden ingevuld, en misschien bij voorkeur niet. Het eindeloos kunnen streven, het niet weten, het hijgerig hunkeren naar het Hogere. Tot het zich, in schaarse gevallen, plots openbaart. Dan schrik ik van zoveel realiteit. Omdat de droom altijd droom moet blijven, en de verbeelding enkel mij toebehoort. Niet de ander. De snoodaard, per definitie, die verstoort, recupereert, usurpeert, teert. Die altijd, in elk geval, hoe zachtaardig ook (en misschien met name dan), beslag op me legt, een aanslag is op mijn soevereiniteit.

Het is ook: aankomen daar waar je wilde zijn, bij hem, bij haar, ergens. Een knetterend haardvuur waaraan je je klamme handen kunt warmen, een vrijplaats die er al altijd was. Een leegte die geduldig wachtte tot ze werd ingevuld. Niettemin: nostalgie naar de dagen waarin nog niets vastlag, en alles nog kon. Toen je nog alles kon worden wat je wou, kon gaan waar je wou, elke dag kon zijn wie je wou zijn. The Queen of Sheba, een ijskoningin, zijn goddeloze vod, zijn slet, zijn speeltje. En liefst niets daartussenin. Toen je nog alleen was, in je hoofd, in je hart, in je ziel. Toen het verlangen slechts verlangen was. Een vruchteloos wachten. Maar o zo draaglijk.

Het is bovenal: houden van het onderweg zijn. Van het eeuwigdurende getij, de wisseling van eb & vloed, het keren van de dagen, de maandstonden. Van nog en nog en nog. En opnieuw, steeds opnieuw. Tot vervelens toe, mijn verafschuwde, mijn liefste (ik). De cirkelbeweging. Ik als waterkering van mezelf. Want als de bestemming wordt bereikt, ontpopt zich in mij een kwaadaardig soort onrust, een afkeer, een destructiedrang. Alsof ik pas helemaal besta als ik kan blijven (be)vragen. Die tegendraadsheid als tegengif. Tegen de rust. Mijn teerbeminde onrust.