woensdag 24 februari 2010

Warm deken (dat schroeit)

dinsdag 23 februari 2010

Redster

En toen ze voor de zoveelste keer haar reddingsfantasieën wou botvieren, bleek ze plots zelf reddeloos verloren. Poets wederom poets. De drenkeling was een walvis.

dinsdag 16 februari 2010

Gedoofder


Auteur Tommy Wieringa in Humo:
'Ik ben geneigd om de liefde te zien als een methode tot zelfbehoud - warmte voor als we niet mooi meer zijn, een investering in geluk voor als de markt ons niet meer wil. Maar toch... maar toch... Toch meen ik ook zeker te weten dat ik van een aantal mensen hou, ja.
Ik merk dat het beste als ik van huis ben: dan hoor ik de stemmen van mijn geliefden in mijn hoofd en hoop ik zo vlug mogelijk weer thuis te zijn. Ooit had ik de zorg over twee fleslammeren en zodra ik was verder van huis was, hoorde ik het klaaglijk mekkeren van een hongerig zuiglam in mijn hoofd. Dan wist ik dat ik te ver was en dat ik naar huis moest om 'm te gaan voeden. Je voelt je daar verantwoordelijk voor, je wil dat dier verzorgen: daar zitten we volgens mij bij de essentie.'

Je houdt van een aantal mensen zeg je. Je komt niet meteen op de proppen met die ene topgeliefde?
'Ik ben natuurlijk het meest verliefd op mijn nederlagen. En die zijn talrijk. Zoals Slauerhoff zei: 'Verliefd, zelfs op zijn ellende. Maar ik ben zojuist vader geworden, en dat vereenvoudigt de vraag aanmerkelijk hoor.'

Als uw huidige huwelijk gelukkig kan genoemd worden, waaraan schrijft u dat dan toe?
'Evenwicht. Alles is in evenwicht. En nog iets wat ik heel belangrijk vind: dat je de mogelijkheid hebt om elegant naast elkaar heen te leven. Dat is de ultieme vorm van vrijheid, geloof ik. Mijn vrouw heeft niet graag dat ik dit zeg, maar dit is een kernzin voor mij: de mogelijkheid om elegant langs elkaar heen te kunnen leven. Ik weet dat veel moderne mensen vinden dat je de zaak voortdurend moet onderzoeken, voortdurend moet bekijken wat je er allebei nog aan hebt, de liefde constant op de proef moet stellen. Maar daar heb ik niet de minste behoefte aan.'

In welk opzicht lijken uw relaties het meest op elkaar: in hun begin of hun einde? Ik geloof dat al mijn relaties vóór deze met confetti en carnavalsrumoer begonnen en eindigden als de ochtend na oudjaar, met natgeworden lontjes. Maar laat ik het bij het begin houden: ik ben heel goed in het bereiden van een enorme verrassing, iets wat je nog nooit hebt meegemaakt. Wat dat betreft ben ik een mannelijke borderliner. Ik kan je illusies voorschotelen zoals niemand anders kan: 'Dit mag je niet missen!'

Leert u van de ene liefdesbetrekking iets voor de volgende?
'Ja, ik geloof dat je jezelf voortdurend moet verbeteren. Niet dat ik een beter mens ben geworden hoor, alleen maar een wat gedoofder mens. Deze uitdoving, dit nirwana, is wat je uiteindelijk 'leren' noemt. Je kan telkens weer de verliefdheden opzoeken, en de verzotheid op vrouwen met gekke vrouwenziekten, de borderliners, de meisjes die je de schitterendste illusies voortoveren. Je kan dat een leven lang doen, en dan zul je er ook een leven lang aan lijden. Maar ik heb het lijden voor mijn werk niet zo nodig, en ik heb nu het geluk, geloof ik,dat ik een goede, verstandige, evenwichtige vrouw getroffen heb. En dat is een zeldzaamheid.'

Veroorzaakt liefde meer ellende dan plezier?
'Natuurlijk, maar als je zoals ik veel speeltijd hebt gehad, kun je er langzaam toch iets bij winnen. Dan is de uitkomst niet per se allemaal chagrin d'amour. Toen mijn Duitse vertaalster klaar was met 'Joe Speedboot', zei ze me: 'er is één woord dat volgens mij een van de kernwoorden van het boek is: geruststelling.' Vond ik heel bijzonder.'

Geruststelling is iets wat u ook zoekt in de liefde?
'Ken je dat experiment van het aapje dat moet kiezen tussen een metalen moeder die melk geeft en een zachte moeder die weliswaar geen melk geeft maar wel warmte? Hij kiest voor de hongerdood bij de moeder mét warmte, eerder dat hij zich voedt aan een koude moeder. Ik geloof dat ik ook een warmtezoekend aapje ben. Zoals wij allen.'

(naschrift van Rafaela: Misschien is dat ook de definitie van liefde die dochters van een kille vader zouden geven: liefde als tranquilizer. Je laven aan degene die er in slaagt de angstige neuroot in jezelf zo lang mogelijk en met zo weinig mogelijk interrupties rustig en gelukkig te houden. Terwijl je de zucht blijft behouden naar de metalen vader. Een verslaafde die laveert tussen goedaardige en kwaadaardige drugs.)

Mengvorm

'Waaruit leidt u af dat u van haar houdt?'

'Uit het feit dat ik veranderd ben. Ik kijk halvelings neer op de mens die ik vóór haar was - een onaangename kerel vind ik dat. Ik ben intussen een mengvorm van Nathalie en mezelf, voor een groot deel heb ik haar geabsorbeerd. Ik ben zo in Nathalie opgegaan dat ik karaktertrekken van haar heb overgenomen, en om dát toe te laten had ik liefde nodig.'

(Dimitri Verhulst in Humo)

Fatal attraction


Fragmenten uit 'De borderline-dans', het relaas van Anthony Walker, een beginnende psychiater die een jaar een relatie had met een borderliner:

‘Ze is erg ziek en ernstig gestoord. Ze lijdt aan een borderline-persoonlijkheidsstoornis. Zorg dat je niet te veel bij haar betrokken raakt. Ze heeft je zelf verteld dat mannen haar altijd in de steek laten. Dat zie je makkelijk over het hoofd, want borderline-patiënten kunnen buitengewoon charmant en manipulatief zijn. Ze zal steeds meer van je eisen, als een parasiet, maar je zult haar nooit genoeg kunnen geven. Ze zal je leegzuigen en geestelijk kapotmaken.’

‘Reddingsfantasieën, de klassieke valkuil van de beginnende therapeut. Veel therapeuten denken dat ze hun borderline-patiënten kunnen genezen door simpelweg hun uiterste best te doen en door genoeg aandacht te geven. Deze beginnende therapeuten bemoeien zich aanvankelijk met alle aspecten van het leven van hun patiënt, zodat deze steeds afhankelijker van de therapeut wordt. De therapeut ontleent grote narcistische bevrediging aan zijn onmisbaarheid, maar raakt ook hevig teleurgesteld omdat alle inspanning nauwelijks verandering brengt. In de loop van de tijd raakt de therapeut opgebrand, hij krijgt langzamerhand een hekel aan de patiënt en beschuldigt die van onwil. Ten slotte kan de therapeut niet meer voldoen aan de volgens hem irreële eisen van de patiënt en breekt hij de therapie af. Door die verlating raakt de patiënt uiteindelijk nog meer gekwetst.’

‘Je bekommerde je altijd om de zwakste schepsels, de meest hopeloze gevallen,’ merkte mijn moeder op, terwijl ze een pot thee zette.

‘Verdoofd en verward reed ik naar huis. Ik voelde dat er een verrukkelijk verlies van controle ophanden was dat de voyeur in mij tot op het bot raakte. Dit was mijn eigen Fatal Attraction. Ik had altijd al van spannende situaties genoten, maar achteraf bezien waren die nooit echt gevaarlijk geweest. Deze keer was het anders. Nu had ik mijn controle verloren zonder dat ik wist of het wel goed zou aflopen. Het was gevaarlijk en opwindend, als een heimelijke rit in een achtbaan, bij donker wanneer het pretpark voor het publiek gesloten is.’

‘Drie maanden lang waren we onafscheidelijk. Soms leek het zelfs meer dan dat, bijna alsof we tot één wezen waren samengesmolten.’

‘Je weet dat ze niet met verlating kan omgaan,’, vervolgde haar moeder, ‘als je haar maar niet in de steek laat.’ Iets in dit gesprek bracht me in de war. Ik was helemaal niet van plan Jacqueline in de steek te laten, dus waar had ze het dan over? Ik had het gevoel dat ik gemanipuleerd werd. Mijn vriend had me gewaarschuwd voor manipulerende borderline-patiënten, maar over hun moeders had hij niets gezegd. Ik vond het vervelend dat zij mijn goede bedoelingen in twijfel trok. Ik vroeg me af of ze dacht dat ik Jacqueline gebruikte, dat ik alleen maar op een pleziertje uit was.’

‘Haar woede was omgeslagen in begeerte, maar zo ging het met Jacqueline altijd en deels daarom hield ik van haar. Ik kon high van haar worden alsof ik drugs gebruikte, ze kon me in extase brengen, maar net als bij drugs waren er ook talrijke dieptepunten. Dan stortte ik in en had ik haar nodig om me er weer bovenop te helpen.’

‘Ik stond op het punt psychisch in te storten. Door bij Jacqueline te zijn had ik de controle over mijn emoties verloren.’

‘Ik was blij, maar het leek wel of blijdschap niet meer een emotie was die ik zonder meer mocht ervaren. Ik moest het allemaal voor mijzelf rechtvaardigen. ‘Ik ben blij, omdat… Ik heb verdriet, omdat… Ik ben boos, omdat…’ Het natuurlijke komen en gaan van gevoelens van binnenuit, zonder een duidelijke aanleiding, was verdwenen. Als ik gelukkig was, voelde ik me soms schuldig, want Jacqueline kende dat gevoel nauwelijks.’

‘Er kwam een gevoel van totale verbijstering en woede over me heen, ze had een grens overschreden. Ik ging met gebalde vuisten op bed zitten en huilde om mijn verlies. Ik wilde haar laten voelen hoeveel pijn me dit deed, erger nog, op dat moment was ik degene die haar wilde kwetsen. De gedachte dat ik haar wel iets kon aandoen, ontnuchterde me. ‘Ze is ziek, ze is ziek, ze is ziek…’ zei ik steeds opnieuw bij mezelf. Ik slikte, alsof ik zo mijn woede diep in mijn buik kon laten verdwijnen.’

‘Ik voelde me leeg, ik voelde niets meer, dus had ik niets meer te geven. Ik begreep het niet. Ik kon me niet in haar lichaam transplanteren, dus hoe moest zij mijn liefde dan ooit innerlijk vasthouden? Ze vertelde me dat ze voelde dat ik van haar hield als we aan het vrijen waren, maar hoe verder ik van haar weg was, des te meer vervaagde dat gevoel. Ik bedacht dat ik alles had gegeven wat ik te bieden had en toen werd de paradox me duidelijk. Hoe meer ik gaf, des te meer eiste ze, omdat ik nooit werkelijk genoeg kon geven. Er ontbrak altijd iets aan. Om meer te kunnen geven, moest ik sterk zijn. Maar hoe meer ik gaf, des te zwakker en erbarmelijker voelde ik me. Het was gewoon onmogelijk.’

‘Steeds meer drong het tot me door dat die onzichtbare tekens van liefde niets voor haar betekenden. Ze kon ze niet internaliseren, omdat ze niet tastbaar waren. Het leek wel of ze niet bestonden.’

‘In het prille begin van onze relatie had Jacqueline me gevraagd haar te beloven dat ik haar nooit zou slaan. Het leek een merkwaardig verzoek, maar ze vertelde me dat al haar vroegere vrienden haar op een gegeven moment hadden geslagen. Ik kon me niet voorstellen dat ik haar ooit zou slaan en begreep evenmin dat een ander dat zou willen doen. Ik beloofde haar dat ik het nooit zou doen.’ (kort daarop slaat hij haar toch)

‘Het verloop van mijn dagelijks leven werd door haar stemmingen bepaald. Daar had ik geen enkele controle over. Als zij zich goed voelde, had ik rust. Als zij boos was, voelde ik me gespannen. Ik vroeg me af of dit de soort chaos was die zij van binnen voelde. Het was voor ons beiden ondraaglijk. Ik begon haar te begrijpen, maar het putte me uit. Hoe meer ik van mezelf gaf, des te meer verwachtte ze van me. Het leek wel of ze de lat op dat punt steeds hoger legde. En het einde ervan was niet in zicht, want het was nooit genoeg. Ze vond altijd dat ik wel nog iets meer kon geven.’

‘Eindelijk begon ik de realiteit van mijn situatie onder ogen te zien. Het had iets ironisch dat ik naar het land (USA) wilde gaan van de films die mijn gevoel voor romantiek en avontuur zodanig hadden aangesproken en beïnvloed dat ik mijn persoonlijke Fatal Attraction had gecreëerd.’

‘Ik had me laten misleiden door de overtuiging dat ik haar kon helpen. Ze had altijd beroep gedaan op mijn gevoel dat ik iets kon doen. Ze wist het en manipuleerde daarmee. En ik had haar ook gemanipuleerd. Ik had iemand nodig die mij nodig had, maar niet zo sterk als zij die behoefte had. Ik was emotioneel uitgeput. Ik at om mezelf te troosten, ik was dikker geworden, maar bleef me leeg voelen. Van mijn gevoel voor eigenwaarde en mijn wilskracht was bijna niets meer over. Het besef dat liefde alleen toch niet alle leed van de wereld kon opheffen, was daarbij voor mij ook nog eens heel teleurstellend. Ik moest de controle over mezelf herwinnen en haar niet meer toestaan mijn identiteit te bepalen.’

‘Ze had genoeg goede eigenschappen en we zouden samen best gelukkig kunnen worden, mits het slechte gedeelte maar kon worden verwijderd. Maar ik wist ook dat ze was wie ze was omdat ze beide kanten in zich had, en juist deze complexiteit had me betoverd en verwachtingen bij me gewekt.’

‘Toen ik haar moeder vertelde dat ik haar zou verlaten, begon ze te huilen. ‘Dit wordt haar dood. Ben je dan niet bang dat ze zelfmoord zal plegen? Je hebt haar trouw beloofd.’

‘Toen ik haar terugzag, besefte ik onmiddellijk dat de hoop dat ze misschien fundamenteel veranderd zou zijn, onterecht was. Ik zag in hoe zinloos onze relatie was. Ik werd overmand door verdriet. Onze relatie was dood. Ik was verliefd geweest op een droom, maar nu was de ochtend aangebroken en was ik klaarwakker.’

‘Na meer dan een jaar bijna geen ogenblik alleen te zijn geweest had ik het gevoel dat ik menselijk contact nodig had, zoals een drugsverslaafde zijn drugs. Ik probeerde voorzichtig nieuwe vriendschappen te sluiten, maar trok me onmiddellijk terug bij de kleinste toespeling op afhankelijkheid. Ik wantrouwde gewone vriendelijkheid, omdat ik die verwarde met de neiging tot manipulatie.’

Uit het nawoord: Iets wat de ene dag volkomen goed is, kan de volgende dag volkomen slecht zijn, en dit staat in verband met het probleem dat borderline-patiënten hebben met ‘objectconstantie’ – zij beleven de daden van anderen alsof die geen historische context hebben en ze missen een gevoel van continuïteit en consistentie ten aanzien van de mensen en de dingen in hun leven. Ze vinden het moeilijk een afwezige dierbare te ervaren als een innerlijk aanwezige, liefhebbende gestalte. Ze vinden het ook moeilijk alle daden van een persoon in de loop van een bepaalde periode als een geïntegreerd geheel te zien en hebben de neiging afzonderlijke daden te analyseren in een poging de afzonderlijke betekenis daarvan te ontrafelen. Mensen worden gedefinieerd op basis van hun laatste interactie met de borderline-patiënt.’

(naschrift van Rafaela: De auteur-psychiater-echtgenoot was een borderliner geworden. Ze had hem besmet.)

A (hurt) bird watcher

Mijn paradijsvogel, zegt hij. Soms ook wel stormvogel.

zaterdag 13 februari 2010

Study

Delicacy

"Reason is, and ought only to be the slave of the passions, and can never pretend to any other office than to serve and obey them."

"Some people are subject to a certain delicacy of passion, which makes them extremely sensible to all the accidents of life, and gives them a lively joy upon every prosperous event, as well as a piercing grief, when they meet with misfortunes and adversity."

"There is a delicacy of taste observable in some men, which very much resembles this delicacy of passion, and produces the same sensibility to beauty and deformity of every kind, as that does to prosperity and adversity, obligations and injuries. When you present a poem or a picture to a man possessed of this talent, the delicacy of his feeling makes him be sensibly touched with every part of it."

David Hume. (1711 - 1776)

(met dank aan P. Vandenberghe)

donderdag 11 februari 2010

De hunker

De kunst is, zegt hij, om die irreële wereld die voor jou zo reëel is, weer in een apart vakje onder te brengen.

Onderwijl heuvelt ze, en sneuvelt ze, en blijft ze herijken.

dinsdag 9 februari 2010

Watertrappelen

'Blijkbaar is voor mij de liefde pas echt als ik helemaal de controle verlies, erin kan verdwijnen. Mezelf overgeven en dan beginnen te protesteren omdat ik er niet wil in opgaan. Het gevoel te watertrappelen. In dit leven moet ik niet al te veel van mijn sokkel gerukt worden. Het moet schrijfbaar blijven. Hoewel. Wat mij overhoop haalt, dwingt mij mezelf te herkneden en rekening te houden met de vele Annelies Verbekes die ik ben.'

(Annelies Verbeke - hoe herkenbaar - uit De Morgen 6/2/2010)

Few men

'I know of nothing comparable with them in English literature - know nothing that is so unselfish, so longing, so adoring - nothing that is so mad, so pitiful, so utterly weak and wretched. John Keats was a great genius, but he had not one particle of common-sense - for himself. Few men of genius ever do have.... Why, a boy might have told Keats that the way to woo and win a woman was not to bare his heart before her, as he did before Fanny Brawne, and not to let her know, as he did, that he was her captive. If he had had the least glimmer of common-sense, he never would have surrendered at discretion.'
(RH Stoddard on the publication of Keats's love letters to Fanny Brawne, April 1878)

(notitie na een weekend verdiepen in de biografie van John Keats)

vrijdag 5 februari 2010

Het was

De gelukkigste dag van haar leven. En toen begon de ellende pas.

(zoals een vrouw die twee streepjes ziet en niet weet hoe zwanger dat hemelhoog geluk is van verlies)

woensdag 3 februari 2010

De nadagen

Het waren de nadagen. We voelden nog liefde, maar onze rauwe lust was ondergesneeuwd. Als hij me sprak, dan droeg hij zijn wereldse gezicht. Zijn bizarrerieën trachtte hij aan mijn oog te onttrekken. En ik, alziend maar voornaam, dreef mee op de oppervlakte die we samen creëerden. De naïviteit van weleer was immers nog onmogelijk na te bootsen, evenals de verbetenheid waarmee we blindelings ons doel nastreefden. Het doel? De lust. De warmte. De veiligheid. De genegenheid. De genezing. Zijn lijf voor mij een heiligdom. Mijn zwakte voor hem een zegen.

We veinsden een soort stoïcisme en geen van beiden gaf toe aan de verleiding die te doorprikken. Het was een uit de hand gelopen uithoudingsproef, een masochisme dat al lang geen hoger doel meer diende. De tijd had ons afgestompt, we dachten niet meer, we voelden amper. Ik was ingeslapen, ik onthield me van prikkels die me weer richting Hades zouden sturen. Mijn lichaam, een ijskathedraal. En uit respect voor zijn opgelegde castratie degradeerde ik mezelf tot onaantrekkelijke huissloof, tot object van afschuw, zij het een object dat zelfs niet vernederd wil worden. Ik betrachtte de onverschilligheid. Er bestaat immers geen middenweg tussen de moeder en de hoer. Mijn lijf, het danst, of het slaapt.

Ook hij, die nacht na nacht het bed met me deelde, zocht nog zelden toenadering. Nadat ik zijn kind had gebaard, had hij zijn interesse in mij verloren. Het kind kwam tussen ons in te staan, een welkome derde, een afleidingsmanoeuvre, een excuus voor ons ingeslapen huwelijk. Geen van ons voelde de noodzaak weer dieper te graven, aan te steken, te vergeven. Het was te laat. We nestelden ons in de onzin, in het stilzwijgen, in het gemak. Elk woord was al duizendmaal verkondigd, elke zelfanalyse uitentreuren uitgesmeerd, elke gelaatsuitdrukking een déjà-vu. Onze lichamen, terreinen waarvan de kaarten open op tafel lagen, geen vergrootglas meer nodig, geen nood aan een kompas. Elke vierkante meter was reeds veroverd, verorberd. Ik kende de weg van zijn vingers, ik had de haren op zijn borst honderd maal geteld, ik voelde zijn geslacht nog amper. Het had me zo vaak bezocht, het was tot het mijne verworden.

There's something wrong here, there can be no denying
One of us is changing, or maybe we've stopped trying
And it's too late, baby, now it's too late
Though we really did try to make it
Something inside has died and I can't hide
And I just can't fake it

(It’s too late – Carole King)

(kopie van een notitie uit januari 2007)

Spannend en stabiel

'Ik woon met mijn dochter Deva in Londen en ga in het weekend naar Vincent in Parijs. Soms gaan we met zijn drieën naar ons huis in Rome. We hebben twee gescheiden werelden, met verschillende vrienden. Ik ben onafhankelijk, hij ook. Dat is voor mij de enige mogelijke manier om een relatie spannend en stabiel te houden.'

(Monica Bellucci in De Morgen magazine)