vrijdag 23 oktober 2009

Minnaar

Van je eerste tot je laatste lichaam,
liefste, laat mij al de minnaars zijn.
Eerst de jonge danser, zacht en eenzaam,
die je speeksel zoekt en drinkt als wijn.

Later de gevreesde die zijn mieren
jaagt van hoer tot hoer, tot onze schade.
Soms de sterke met verstilde spieren,
hemelsbreed van blijdschap en genade.

Laatst de vader die het zaad zal dragen
van je vrucht de vruchteloze pijn,
en aan al je lichamen zal vragen:
liefste, laat mij de geliefde zijn.



(Vijfde gedicht voor Maria Magdalena - Paul Snoek)