woensdag 21 april 2010

Martelaarschap III

"In gemoede, ik denk dat de schrijversziekte is: verliefdheid, verslaving aan verliefd zijn. Bijkomende schrijversziekte: dat de gevoelige kunstenaar niet in staat is enige door zijn vrouw dan wel zijn geliefde afgedwongen Keuze te maken. Kan hij niet, wil hij niet, hij ziet niet in waarom hij zou moeten kiezen, iedere keuze doet afbreuk aan zijn aard, hij méént de dingen niet en tegelijkertijd is er niets dat hij zo bloedernstig meent, voortdurende verliefdheid is de adem van zijn schrijverij. Kiest hij wel, dan treedt ogenblikkelijk de andere bijkomende schrijversziekte in: de wroeging, het zelfverwijt, de melancholie, de onstelpbare treurigheid die slagschaduwen werpt en die ach, het litteken voor het leven slaat: het heimweeachtige verlangen. Mijn 'keuze' bestaat eruit dat ik probeer het-meisje-met-het-bootje 'gewoon' 'te vergeten', wat mij evenveel stil opgevreten verdriet bezorgt als wanneer ik halsoverkop het huis zou zijn uit gegonsd om als een dolle bij om haar heen te gaan dansen. Het argument der redelijkheid en weldenkendheid luidt: je hèbt toch een goede mooie lieve vrouw, je hèbt toch een niet onaardig huwelijk, een vriendelijk kind, een gemeenschappelijke band en geschiedenis, een comfortabel huis... Maar zoals schrijvers nu eenmaal zijn: het gaat nooit om het boek of het oeuvre dat hij hééft geschreven maar om dat wat hij nog móét schrijven en op de witte toekomst moet zien te veroveren als ware het een vrouw."

(uit 'Het is niets' Jeroen Brouwers)