woensdag 21 april 2010

Martelaarschap I

"Wat moet zo'n liefmooi schaap met een cynische ouwe ram als ik, vroeg Faust zich af, en ook, andersom, zo overpeinsde hij, wat moet ik met haar nadat Het Vuur Der Lust na enige dagen is gedoofd? Dat wij een zinnig gesprek 'op niveau' met elkaar zouden kunnen voeren, is natuurlijk jammerlijk uitgesloten. Wat zo'n kind mij vertelt, weet ik gegarandeerd allemaal al lang, en wat ik haar vertel is natuurlijk zo voornaam, verheven, wijs, erudiet en blijk gevend van gerijpte levenservaring dat het vooralsnog, vanwege haar speelse jeugd, niet in haar hersendoosje past. Wanneer precies begint het besef dat men eenzaam is en er niets meer zal gebeuren dat de eenzaamheid nog kan verdrijven?"

('Het is niets', Jeroen Brouwers)