zondag 20 december 2009
Ovaaltjes
Collectief luchtfietsen in een illusoire wereld bijvoorbeeld. Alle idealistische, religieuze en plat commerciële indoctrinatiesystemen zijn daar volgens mij flagrante voorbeelden van. Individueel je brein ovaaltjes laten rijden op het liefdesspoor naar het groot geluk in Bommelskonten behoort ook tot de onuitputtelijke reeks vluchtwegen weg uit een werkelijkheid die je niet wil of kan aanvaarden.
Obsessie is je met de dynamische hardwiring van je brein ergens in verloren rijden en daar rondjes blijven draaien. Een soort gecultiveerd autisme.
Goeroes en gestalkte dames zijn allebei een kapstok waar een ander zijn obsessiviteit aan vasthaakt. De ene gewild, de andere ongewild. En zoals met alles en zelfs dat is volgens mij ook in dezen geen grenslijn te vinden tussen zwart en wit of goed en kwaad, en is timing en dosering ook hier weer het echte verschil tussen remedie en kwaal.
In mildere en voldoende rationeel en emotioneel gecontroleerde vorm, in sociaal aanvaarde gedaantes, en geënt op reële talenten, levert "obsessiviteit" een enorme meerwaarde aan gedreven mensen, heiligen, kampioenen, activisten, trouwe partners, artiesten, ..."
(P. Vandenberghe)
vrijdag 18 december 2009
Vlucht
Of ook: een schijnbare oplossing voor een schier onoplosbaar probleem: de fundamentele eenzaamheid.
(vluchtige bedenkingen terwijl zij ruziet met de escapist in zichzelf)
donderdag 17 december 2009
Les mots du moment II
donderdag 10 december 2009
Onmogelijk
woensdag 9 december 2009
IJdel
"Ik heb zo lang ik mij kan herinneren geleefd in een staat van verliefdheid. Geen gemoedstoestand maar een wezenstrek van mijn karakter. Duurzaam verliefd, de invulling kan wisselen, er zijn ook overlappingen geweest, vier of vijf geliefden tegelijk geen probleem, ongeveer zoveel als er gaspitten op een fornuis zitten, je kunt het best verschillende potjes op het vuur houden. Zoals een andere hartsvriendin die uit mijn leven verdwenen is, het eens formuleerde tijdens haar derde huwelijk: ‘Mijn hart is groot genoeg voor meerdere liefdes.’ Alleen zó pleeg je geen verraad, wat in onze jonge jaren zijn de mogelijkheden onbeperkt, we dragen allemaal meerdere levens in onze koker. Stel je voor dat Cupido slechts één pijl ter beschikking had gestaan! Ik moet er niet aan denken."
De tien wetten van de liefde
1 Niet verliefd worden.
2 Nooit de fout begaan in de ander te zien wie jíj erin wilt zien.
3 Nooit denken jezelf in de ander terug te zien: wat je ziet ben je zelf.
4 Niet jezelf verraden door omwille van de geliefde dingen doen of zeggen die je anders nooit gedaan of gezegd zou hebben.
5 Nooit denken dat de andere partij een statische, onveranderlijke figuur is met stabiele sentimenten. Verliefdheid is een dynamisch proces. De zogenaamde liefde is niet onveranderlijk of eeuwig herhaalbaar, zoals de geslachtsdaad.
6 Vrouwen die niet willen of niet kunnen eten c.q. koken, zijn niet sensueel.
7 Altijd voor ogen houden dat degene die het meest van de ander houdt het onderspit zal delven. Volgens de informatietheorie is de zogenaamde liefde nooit recht evenredig: het is altijd een one up/one down-verhouding.
8 Wie zijn jeugdliefde trouw blijft, is zichzelf ontrouw.
9 Geen rancune koesteren omdat er niets is uitgekomen wat er niet in zat.
10 Liefde bestaat niet. Het is een geloof -- wie gode behaagt, ontsnapt eraan.
(over & uit 'Siciliaanse Vespers' van Geerten Meijsing: http://achillevandenbranden.blogspot.com/2009/03/siciliaanse-vespers-geerten-meijsing.html)
Limitatief
"Er werd ons vaak verteld dat na verloop van enige tijd de hartstocht ‘iets anders’ wordt, duurzamers en mooiers; dat dat ‘andere’ Liefde is met een grote L, een weliswaar minder opwindend, maar ook minder onvolwassen gevoel. Ik wil er geen doekjes om winden: dat ‘andere’ zal me aan mijn reet roesten, en als dat ‘andere’ Liefde is, dan laat ik de Liefde graag over aan de luien, de moedelozen, aan de ‘volwassen’ lieden die zich onkwetsbaar hebben gemaakt in hun emotionele gemakzucht. Mijn liefde is liefde met een kleine l maar neemt een hoge vlucht; ze duurt niet zo lang, maar zolang ze er is, kan ik er op zijn minst niet omheen. Hun ‘iets anders’ waarin ze de liefde graag zouden veranderen, heeft veel weg van een theorie die ze hebben bedacht om met weinig tevreden te kunnen zijn, en om zichzelf gerust te stellen met de kreet dat je nu eenmaal moet roeien met de riemen die je hebt. Ze doen me denken aan de afgunstigen die de portieren van de dure auto’s bekrassen omdat ze zelf niet het geld hebben om er een aan te schaffen."
http://achillevandenbranden.blogspot.com/2009/09/liefde-duurt-drie-jaar-frederic.html
(mooi, herkenbaar zinnetje uit deze recensie: "Er is een duistere kant in mijn persoonlijkheid die de onttakeling van de liefde namelijk een belangrijk project vindt.")
dinsdag 8 december 2009
Uitgesloten
(beeld uit 'Corpus Song' van Baudoin)
zondag 6 december 2009
Nachtzoen
zaterdag 28 november 2009
De laatste
(uit 'Dood Meisje' van Geerten Meijsing)
woensdag 25 november 2009
Werelden
"Concentratie is afzondering, toespitsing, focussen. Dagdromen is een punt van aandacht vinden buiten de vanzelfsprekende wereld. Misschien is een gedicht, misschien is kunst niets anders dan een brandpunt vinden buiten de gegeven realiteit, met het oog op het maken van een mogelijke wereld. Kunst als virtuele werkelijkheid?" (pag. 783)
"En ik voelde je (H. de Coninck) plotseling naast ons lopen in de gedichten die ik vorig jaar hier schreef, hier, op dezelfde plek waar jij ons twee jaar geleden bezocht. Hoe ouder wij worden, hoe minder telbaar ze lijken, de jaren, hoe onduidelijker ze samenkomen in de hechte knoop van vlees en verzen die wij zijn geworden. Die fysieke gewaarwording bevestigt nogmaals - hoe pathetisch dat ook moge klinken - dat voor een kunstenaar zijn eigen kunst en de geliefde kunst van anderen de hoogste vorm van werkelijkheid zijn. Dat fanatisme pakt niemand hem af." (pag. 784)
(uit 'Dagboek van een dichter', Leonard Nolens)
dinsdag 24 november 2009
Gemeen(d)
Zijn vrouw Leen:
"Nu stop ik en pak ik een pint. Zij haat dat. Zij haat dat ik weer naar de keuken ga en een pint pak. Zij zegt: 'Zuigeling. Zuigeling. Jij bent een zuigeling van vijftig.'"
Een niet onbelangrijke passante:
"De vrouw die eind februari en de hele maand maart was ingebroken in je leven, de vrouw met wie je zes weken lang halfdronken door België, Nederland en Duitsland bent getrokken, haar heb je toen geen plaats kunnen geven in het ondoorgrondelijke scenario van je toekomst. Zij was de vreemde, de jonge dievegge die op een ochtend om vier uur in een eivolle kroeg je hand vastnam en beweerde dat zij van je hield. En die ook meende wat ze zei. En die je dronken lichaam over zich heen trok om haar wanhoop toe te dekken, haar zielenpijn te verdoven met de pijn van een ander, ja, zoals men zich slaat om een schrijnende wond het zwijgen op te leggen.
Voel jij je nu, achteraf, gebruikt? Ja. Maar dat wilde je toch? Het was immers de eerste keer dat een mens je zonder boe of bah liet zien dat zij je nodig had, acuut. Dat vleide je, jij die je zo vaak in dit leven te veel hebt gevoeld, nutteloos, overtollig, telluris inutile pondus. Je was de stomme pleister op haar leed, en dat beviel je. Je was bereidwillig en welkom gereedschap in de chaotische huishouding van haar eenzame bestaan. En misschien ben je dat nog, al heb je je fysiek uit haar zwerversleven teruggetrokken. Want zei ze niet, wel honderd keer, dat zij altijd van je zou houden, ook al zou ze je nooit meer zien? Alle mannen die zij heeft gekend hebben een plaats gekregen in haar hoge, lichte kamers, alle mannen zitten daar dagelijks mee aan tafel, met al haar verdwenen minnaars gaat zij dagelijks naar bed."
(uit 'Dagboek van een dichter', Leonard Nolens)
maandag 23 november 2009
maandag 16 november 2009
Mixed emotions I
zondag 15 november 2009
vrijdag 13 november 2009
vrijdag 30 oktober 2009
Verdriet en verlangen
donderdag 29 oktober 2009
De liefde is een gevaar
(Dani Klein in De Morgen)
En dan een jonge stem:
"Mijn tante Mouche zei me: 'Al dat gedoe over de liefde is overroepen, je moet elkaar begrijpen.' Daar ben ik het mee eens. Liefde is begrip en respect."
(Siska Schoeters in dezelfde krant)
woensdag 28 oktober 2009
vrijdag 23 oktober 2009
Minnaar
liefste, laat mij al de minnaars zijn.
Eerst de jonge danser, zacht en eenzaam,
die je speeksel zoekt en drinkt als wijn.
Later de gevreesde die zijn mieren
jaagt van hoer tot hoer, tot onze schade.
Soms de sterke met verstilde spieren,
hemelsbreed van blijdschap en genade.
Laatst de vader die het zaad zal dragen
van je vrucht de vruchteloze pijn,
en aan al je lichamen zal vragen:
liefste, laat mij de geliefde zijn.
(Vijfde gedicht voor Maria Magdalena - Paul Snoek)
woensdag 7 oktober 2009
Icarus
Ik had jou, mijn Icarus, innig lief.
Maar hoe kon ik weten dat ik jouw zon was,
waardoor je telkens neerviel nadat we samen waren?
Toen viel ook mijn nacht.
(N.N.)
dinsdag 29 september 2009
Een zeker isolement
“Ik ben nu eenmaal van nature niet geschikt me ergens bij aan te sluiten. Ik kan dat niet. Een beweging moet om te kunnen bestaan grenzen trekken. Is gedwongen om te zeggen: alles wat hieroverheen gaat hoort er niet meer bij. Ik wil er juist graag buiten staan. Ik wil weten hoe het er aan de andere kant uitziet. Het voordeel van aan de zijkant staan is dat je beter kunt kijken. Wat het nadeel is? Een zeker isolement. Maar dat gevoel nergens helemaal thuis te zijn of bij te horen is voor mij al een vroeg gevoel. Ik ben gewend aan die opstelling. Nee, dat doet geen pijn, de fase waarin ik dat het ondervonden is allang voorbij. Het observeren is kennelijk mijn manier. Ik ben niet de enige die zo is. Het is een houding die ik herkend heb in veel van wat andere schrijvers hierover op papier hebben gezet. Het is bijna een soort basisgesteldheid van een schrijver.” (Hella Haasse)
donderdag 24 september 2009
Bitterzoet
donderdag 17 september 2009
Narcissus
Eerst hou je van die ander
om al het mooie van jezelf dat je herkent.
Daarna verafschuw je die ander
om al het lelijke van jezelf dat je herkent.
Daarna verafschuw je jezelf.
Of, in de woorden van Roy Stuart:
"All romantic love originates from a fundamental dissatisfaction. A discontentment. An attempt through another person to get rid of this inner feeling of distress. Carmen: A mere matter of projection? That we get to see our better selves in the filtered reflection of the person who loves us? Is it this which gives us this boost what we call love?... Roy: Yes. Basically that's another way of saying you're just improving your ego. Once there is a risk of this person disappearing, you become possessive and this is where jealousy starts. You don't want your ego boost to go away because the big danger is that your ego will fall back into the same miserable state it was in the first place." (interview door carmendevos)
dinsdag 15 september 2009
donderdag 10 september 2009
Nog één keertje
vrijdag 4 september 2009
De Passie
(uit ‘De Passie’ van Jeanette Winterson)
donderdag 20 augustus 2009
Levenslangleesverlanglijst
Op de stapel:
* 'Still Life With Woodpecker' Tom Robbins
* 'Brief aan mijn vader' Franz Kafka
* 'Shantaram' Gregory David Roberts
* 'A short history of nearly everything' Bill Bryson
* 'Griffin and Sabine: An Extraordinary Correspondence' Nick Bantock
* 'De Volder in stukken'
* 'Eckhart nu. Tien visies op Meister Eckhart' Oek de Jong
* 'Inwijding' Elisabeth Haich
* ' De mens en zijn symbolen' & C.G. Jung
* 'Verborgen dynamiek van familiebanden' Bert Hellinger
* 'Een minuut stilte' Siegfried Lenz
* 'Huid en haar' Arnon Grünberg
* 'Sneeuwstorm en amandelgeur' Camilla Läckberg
* 'Oplevingen van het denken: over de menselijke emoties' Martha Nussbaum
* 'Wetenschap & spiritualiteit' Rupert Sheldrake en Matthew Fox
* 'Les manipulateurs et l' amour' Isabelle Nazare-Aga
* 'Sprakeloos' Tom Lanoye
* 'De verboden beelden' Paul Nougé
* 'Seksuele obsessies - surrealistische scéances 1928-32'
* 'Duivelinnen en demonen' Jules Amédée & Barbey d' Aurevilly
* 'De oorlog beu' Françoise Sagan*
* 'Siciliaanse vespers' Geerten Meijsing
* 'Het model' Edmond Baudoin
* 'Gisteren' Agotha Kristof
* 'Nude men' Amanda Filipacchi
* 'Love creeps' Amanda Filipacchi
* 'Een verlangen naar ontroostbaarheid' Patricia De Martelaere
* 'Littekens' Patricia De Martelaere
* 'Wat blijft' Patricia De Martelaere
* 'Varieties of disturbance' Lydia Davis
* Groot verseboek 2000' André P. Brink
* 'Middlesex' Jeffrey Eugenides
* 'Cocaïne' Pitigrilli
* 'Jaloezie' Pitigrilli
* 'Tussen mes en keel' Geerten Meijsing
* 'Ten liefde' Ronald Giphart
* 'Hij en ik' Alberto Moravia
* 'De droomster van Oostende' Eric-Emmanuel Schmitt
* 'Oscar en oma Rozerood' Eric-Emmanuel Schmitt
* 'Het kleine meisje van mijnheer Lihn' Philippe Claudel
* 'De eenzaamheid van de priemgetallen' Paolo Giordano
* 'Het hoogsensitieve kind' Elaine N. Aron
* 'Gerechtigheid' Stieg Larsson
* 'De zwarte zwaan - de impact van het hoogst waarschijnlijke' Nassim Nicholas Taleb
* 'De gravin van Parma' Sándor Márai
* 'Sartre en de Beauvoir in een twijfelaar'
* 'De dove muzikant' Anneke Lucas
* 'De verleider' Jan Kjaerstad
* 'Edith' Stefan Zweig
* 'Runaway' Alice Munro
* 'Lachwekkende Liefdes' Milan Kundera
* 'De vulkaanminnaar' Susan Sontag
* 'Mijn beter ik' Renate Rubinstein
* 'Varieties of disturbance' Lydia Davis
* 'Freedom from the known' Krishnamurti
* 'In gesprek over het einde van de tijd' Krishnamurti en David Bohm
* 'A brief history of everything' Ken Wilber
* 'The book on the taboo against knowing who you are' Alan Watts
* 'When love comes as a gift' Paul Ferrini
* ...
Verorberd:
* 'In stilte' Myriam van Biemen ***
* 'Beminnen als beroep' Roos Bachelier **
* 'Monogaam' Marek van der Jagt ****
* 'Voluit leven met hooggevoeligheid' Susan Marletta-Hart *
* 'Mannen die vrouwen haten' Stieg Larsson **
* 'De duivelsdriehoek' Carolien Roodvoets **
* 'Het monsterverbond' Carolien Roodvoets **
* 'Labyrinth of desire' Rosemary Sullivan ****
* 'Dood meisje' Geerten Meijsing ****
* 'Jeanne' Edmond Baudoin ****
* 'Liefde duurt drie jaar' Frédéric Beigbeder ***
* 'De borderline-dans' Anthony Walker **
* 'Gek van liefde: als liefde een obsessie wordt' Wilfried Van Craen ****
* 'De kunst van het beminnen' Blanca Van den Brand ***
* 'Het verborgen weefsel' Stefan Hertmans *****
* 'Dagboek van een dichter' Leonard Nolens *****
* 'De vrouw die met vuur speelde' Stieg Larsson **
* 'Art. 285b' Christiaan Weijts ***
* 'Destructieve relaties op de schop: psychopathie herkennen en hanteren' Jan Storms ****
* 'Bekentenissen van een minnares' Milla Fonteyne **
* 'Het Ritsloze nummer' Erica Jong ***
* 'De kracht van het nu' Eckhart Tolle *****
* 'Te vroeg oud, te laat wijs' Gordon Livingston *****
* 'Leren lief te hebben' Gordon Livingston ****
* 'Lessen in levenskunst' Wilfried van Craen **
* 'Vergroot je emotionele energie' Mira Kirshenbaum **
* 'Meditatie' Deltas - Aquarius **
* 'Een nieuwe aarde' Eckhart Tolle *****
* 'Het drama van het begaafde kind' Alice Miller ***
* 'Wat we van monniken kunnen leren' Notker Wolf **
* 'Taoïsme' Patricia De Martelaere ****
* 'Gedachten in beeld' Marie-Thérèse Lips ***
* 'Het zesde zintuig' Hazel Courteney ***
* 'Vrouwen op zoek naar het spirituele' Anne Bancroft ***
* 'Zen voor leken' Henk Coelman ***
* 'Heer en meester, een liefdesverklaring', Edith Ringnalda **
* 'Acanthus: voor gelukkige koppels of zij die het willen worden' Reinold Vallinga *
* 'Verhalen uit het lustenkabinet' La maîtresse du Pirate **
* 'The five people you want to meet in heaven' Mitch Albom *
* 'Vrijages' Pia Fraus ****
* 'Narcisme: psychoanalytische beschouwingen' Heuves & Nicolai **
* 'Met de hand' Mels Van Driel ****
* 'Jummie! Het ware leven van een adoptieprinses' Pam Emmerik ***
* 'De Alchemist' Paulo Coelho *
* 'Hoogsensitieve personen in de liefde' Elaine N. Aron ****
vrijdag 14 augustus 2009
The mystery
http://www.goodreads.com/quotes/show/64555
woensdag 1 juli 2009
vrijdag 26 juni 2009
Wauw
Yasmine « Dat, en geconfronteerd worden met al die trieste, gekwetste mensen die er op deze bol rondlopen - en dat zijn er enorm veel. Ik ben erg gevoelig voor het leed van anderen. Ik merk het meteen, en ik pak het zelf binnen. Ik ga mee de dieperik in. Omdat ik het zo erg vind voor die ander, én omdat ik me ermee identificeer. Geen idee waar dat vandaan komt, dat heb ik altijd gehad.»
HUMO Wat verzoent je desalniettemin met dit bestaan?
Yasmine « Dat ik in staat ben om passie te voelen, in de breedste zin van het woord. Als ik mijn vrouw zie of prachtige muziek hoor, dan geeft me dat een heel sterk wauw-gevoel. Dan word ik opgeslokt door een immense roze wolk en laat ik me heerlijk meedrijven. Oké, ik klink weer melig, maar zo voelt het.
http://www.humo.be/tws/humo-files/18017/yasmine-overleden.html
vrijdag 19 juni 2009
Love I do not have, nothing I am
woensdag 17 juni 2009
Nuits blanches
Witte nachten vol weifeling. En ik
word stilaan waanzinnig. Nooit
geweten dat dit ook liefde kon heten:
de bijl opnemen en je eigen hand
afhakken.
dinsdag 16 juni 2009
zaterdag 13 juni 2009
woensdag 27 mei 2009
Voelsprieten
woensdag 20 mei 2009
donderdag 23 april 2009
woensdag 15 april 2009
dinsdag 24 maart 2009
Scrabble
indolent - beduimeld - exuberant - ezelarij - virulent - joyeux - in situ - erotomanie - feeëriek - winterzonnewende - ingetogen - vulkanisch - fideel - autarkisch - geborneerd - onereus - beuzelarijen - criant - badineren - succulent - fabuleren - onttakeling - va-et-vient - calamiteiten - mindset - quidam - yuf - zambo - zanten - zanter - zeeg - zeikstraal - zeiksnor - zenit - inteelt - weelde - schaarste
Ze worden geheid één van mijn schrijfsels binnengesluisd binnenkort, willens nillens!
dinsdag 17 maart 2009
maandag 9 maart 2009
Ik ben overspelig van nature
*
'Niet het schrijven is moeilijk,' zegt ze tegen de man in de stampvolle kroeg, 'maar het verlangen weerstaan om te schrijven als je niets te zeggen hebt. In die uren is de radeloosheid niet te verdragen.'
*
'Ik zou,' zegt ze tegen Hans, 'ten onder gaan aan het bedrieglijk aandringen van verlangen, als ik alleen was. Ik ben bij jou om mezelf te beschermen tegen mezelf. Dat is onaanvaardbaar; ik schuif jou de verantwoordelijkheid toe voor de rust in mijn leven. Als jij er niet zou zijn, zou ik ten onder gaan; als je er wel bent, verlang ik naar een leven in eenzaamheid. Ik lees te veel, luister te veel naar muziek, ik verlang te veel en te ongericht.'
*
Je kunt anderen geen inzichten bijbrengen die bij een oudere leeftijd horen. Iedereen betaalt bewustzijn als hij of zij aan de beurt is, nooit eerder.
*
Ik bén overspelig, denkt ze, zelfs als ik geen minnaar heb; ik ben overspelig van nature. Ik overweeg elke dag hoe het zou zijn niet in mijn eigen leven te leven.
*
De dagen waarop ze ziek is, komt er een vreemde helderheid over haar. Alsof het leven haar een opdracht geeft, die ze moet vervullen. Het is alsof haar eigen lichaam haar een straf oplegt die ze heeft verdiend. Het bonzen van haar hart, de koorts, de vlagen van misselijkheid, de moeizame ademhaling en de migraine.
*
De zwakste mensen zijn de afgunstigen; zij die zich verbijten omdat een ander vreugde kent die ze zelf hadden gewild. Ze richten ook het meeste onheil aan - niet zozeer door de verdachtmakingen die ze verspreiden om hun afgunst met redenen te omkleden, als wel door het stiekeme medelijden met zichzelf. Zo stichten ze overal verwarring, want hun emoties slepen anderen mee. Wanneer ze erin slagen de benijde medemens schade toe te brengen, schamen ze zich om hun heimelijke vreugde, zodat ze zich nu medelevend moeten tonen om hun genot aan het oog te onttrekken. Zo schommelt de afgunstige heen en weer, tussen verachting van de anderen en van zichzelf.
*
Niet de wil bepaalt het talent, maar de gevoeligheid. Dat dacht ze, ze wist dat het eigenlijk andersom moest, maar ze was weer in een sentimentele bui.
*
Ze zegt dat ze behoefte heeft aan alleen zijn, dat ze niet deugt voor het samenwonen, dat ze eigenlijk een gehuwde celibatair is, dat haar leven een vergissing is, dat hij haar beklemt, dat dat dat.
*
Ze leest ook hun brieven over en vreest dat de ban eigenlijk al gebroken is door de bekentenis; wat moet volgen is de banaliteit van de omhelzing, waarnaar ze hunkert.
*
Een soort koorts houdt hen beiden wakker 's nachts, maar dat weten ze amper van elkaar.
*
Ze voelt zich nog steeds uitgeput en gekneusd, overal waar hij haar heeft gekust, omhelsd, omkneld, gebeten, genomen. (...) Haar lichaam lijkt afgesloten voor elk ander gevoel dan dit nagloeien. Wat had het al die tijd tevoren gedaan? Domweg voor zichzelf verdergeleefd, terwijl zij ergens met epistolaire vleugels boven de wereld zweefde? Dat men op haar leeftijd nog zo kan worden meegesleept, ongelovig schudt ze het hoofd.
*
Dat was het hardste aan verlangen: dat ze iets zo onzichtbaars en toch alles innemends met zich droeg, en dat ze de vermoeidheid die het opleverde, koesterde als een onzinnige, die een ten dode opgeschreven mens kust en hem een lang en een gezond leven wenst.
*
Er zijn lange periodes waarin ze geen woord kan schrijven; alsof haar innerlijk dan potdicht zit. Het zijn goede periodes, vindt ze, het maakt haar sterk en rustig. Ze voelt zich dan eindelijk weer een normaal mens, bevrijd van de kwellingen en de chicanes die het schrijven telkens weer losmaakt in haar. Maar na een tijd begint het te knagen dat ze niets zinnigs uitricht, dat het huishoudelijke werk, dat dagenlang bevrijdend heeft aangevoeld, een sisyfusarbeid is, dat er niets van overblijft, en dat alles wat ze leest zich in haar opstapelt zonder dat er een ventiel is om er de geestelijke overdruk uit te laten. Ze voelt zich dan als een soort teek die bloed opzuigt en zwelt, en die na een paar weken op springen staat.
*
Misschien is de passie van een onmogelijke liefde altijd de voorbereiding op de eenzaamheid. Wie twee liefdes heeft, eindigt vaak alleen.
*
Het dagboek als geklets van een schuldige ziel. Schuldig aan mezelf, aan de wereld, aan het mijn mond niet kunnen houden, aan de overmaat van emotionele energie waaruit alle narigheid voortkomt.
*
Haar man kwam thuis. Welkom, zei ze, en ze meende het, uit de grond van haar hart. Welkom thuis. Ik ben twee mensen, liefste, en geen van beiden is mij. (...) Regenstrepen tegen de lage ochtendzon. Een regenboog. Kermis in de hel. Ik bedrieg mijn minnaar met mijn man.
*
Dat ze ooit in de dwaze illusie is kunnen trappen dat men het diepste, het beste van zichzelf onvoorwaardelijk zou kunnen delen, wat een stommiteit. (...) Ontrouw, schrijft ze in haar dagboek, ontrouw, adem van mijn leven.
*
Een passie is een explosie van mogelijkheden tussen twee mensen die niet voor elkaar zijn bestemd, en wier levens elkaar een tijdlang pijnlijk diep raken.
*
Weken kan ze verlangen naar het alleenzijn, het de anderen kwalijk nemen wanneer dat niet lukt, ze wordt ongelukkig van gepraat, van nabijheid; ze verstikt in de saaiheid van het alledaags kabbelen van het leven, ze verfoeit de regelmaat, de gebondenheid, het samenwonen. Ze pruilt en verzet zich, ze trekt tegen als een kledingstuk dat plakt en scheurt, ze is nors en ze koestert rancunes, het is duister om haar heen met de zon in huis.
*
Ik ben nooit een moeder geweest; ik ben een kind met een kind.
*
Ze heeft geen talent voor eenvoudig geluk. Het gedoemd zijn om te knoeien, het lot van iemand die zichzelf noodgedwongen schendt, haar drang om te willen weten wat niet te weten valt.
(uit 'Het Verborgen Weefsel' van Stefan Hertmans)
zaterdag 28 februari 2009
Les mots du moment
immer - allicht - blik - lekker - heerlijk - bedstee - vermeien - instant - rencontre - adagium - de donkerste krochten der ziel - teerbeminde - omfloerst - minnespel - met graagte - goesting - sikkeneurig - zeemzoet - witz - lekkernijtje - het wijvenrijk - het mannendom - aardkloot - pimpen - slinks - (wel)haast - timide - geil/heil - prikkeling - toentertijd - heden ten dage - beneveld - zemelarijen - bezondigen - weelderig - totterdood - 't spelleke van pleysier...
Schrijf me je liefde ~ Over geletterde liefde en liefde in letters
Bezit u hem nog? De eerste liefdesbrief die u kreeg, zorgvuldig ergens op zolder bewaard in een mooie doos? Of de eerste liefdesbrief die u schreef aan die knappe jongeling uit de hogere klas, en die je na veel aarzelen toch maar niet verstuurde? De prikkeling die we toentertijd ervoeren, de tijd die we namen om onze jeugdige zielenroerselen op te schrijven en de spannende wachttijd tussen het verzenden en ontvangen van een wederwoord, worden door de hedendaagse snelle communicatiekanalen grotendeels gefnuikt. Liefdesbetuigingen worden in haastige sms-berichten gegoten (‘luv u 2’), een status op Facebook verraadt de status van het hart en de lyrics van geposte YouTube-songs fungeren als hedendaagse Romeo & Julia-serenade. E-mails bieden wat meer ademruimte voor verliefd gekonkelfoes, maar blijven doorgaans evenzeer vluchtig en vlot verteerbaar. En op datingsites allerhande maken de don juans van dienst het al te bont. Zonder enige gêne worden een hele resem sujets d’amour bestookt met identiek dezelfde doorwrochte (sic) amoureuze bespiegelingen. Amateurpoëzie van de bovenste plank, maar zo inwisselbaar als de pest. Geen denken aan dat je voor de bijl gaat als blijkt dat je vriendin net dezelfde doortrapte complimentjes kreeg toegeworpen.
Vergeef me mijn waanzin
We hebben het afgeleerd: het gelijktijdig laten vloeien van inkt en minnekoorts. Hoe jammer. Het hart dat een bokkensprongetje maakt bij het legen van de brievenbus, het openen van de envelop met trillende handen, de geur van de brief waaraan je je kunt laven: het zijn allemaal sensaties die we tegenwoordig ontberen. Tortelduifjes uit vervlogen tijden namen node wel hun toevlucht tot pen en papier. Thuisblijvende jonge vrouwen schreven in oorlogstijd love letters naar hun geliefden aan het front. Het duurde soms maanden voor hun geduld werd beloond met een verlossend antwoord, maar tegelijkertijd zorgden de afstand en de onzekerheid voor een intensifiëring van het verlangen. Het is het soort wachten dat wij - door de alomtegenwoordigheid van communicatiemogelijkheden - niet meer kennen.
Ook grote literatoren uit de geschiedenis bedreven vaak passionele briefwisselingen. Jean-Paul Sartre bijvoorbeeld, die er naast zijn vaste levenspartner Simone De Beauvoir een hele resem minnaressen op nahield (soms zeven tegelijk), schreef honderden ‘billets doux’ naar de enige vrouw waarvoor hij de Beauvoir misschien had willen inruilen: Lena Zonina, een flamboyante roodharige tolk en (en hoogstwaarschijnlijk ook KGB-agente) die hem bijstond tijdens zijn verblijven in de Sovjetunie. Elke dag pende Sartre, die sowieso bekend staat om zijn enorme productiviteit, voor zijn Russische schone tientallen pagina’s vol.
Een aantal jaar geleden werd op een veiling een recordbedrag neergeteld voor een erotische brief van de Ierse schrijver James Joyce, geschreven aan zijn vrouw Nora Barnacle, toen hij voor het eerst sinds vijf jaar zonder haar in Dublin verbleef. In de brief noemt hij zijn vrouw onder meer ‘een hoer met een wilde blik’ en refereert hij aan zijn ‘ontembare lust’. Voor iemand als Joyce was een dergelijke uitspatting des te opmerkelijker omdat hij naar verluidt een hekel had aan obscene taal. De hitsige brief eindigt allicht daarom met de schuldbewuste zin: “Hemel vergeef me mijn waanzin, Jim.”
Van Portugals grootse, maar wereldschuwe dichter Fernando Pessoa zouden we niet onmiddellijk verwachten dat hij zich bezondigde aan het plegen van melige minnebrieven. Zijn correspondentie met Ofélia Queiroz, die hij leerde kennen via zijn neef, is de neerslag van de enige, ambivalente poging tot het aangaan van een liefdesrelatie die hij in zijn leven heeft ondernomen. De brieven, opgesteld in een pseudo-kinderlijk taaltje, zijn niet meteen ’s mans grootste literaire prestatie en hadden ook niet het verhoopte effect. Pessoa beëindigde de verkering (die op zich al niet veel voorstelde gezien de strenge zeden van die tijd), keerde terug naar de veilige haven van de literatuur en liet het lastige leven voor wat het was.
Liefdesuitbraaksels met een postzegel
Deze uitschuivers van zowel Pessoa als Joyce zeggen natuurlijk heel wat over de literaire waarde van liefdesbrieven. Immers, waarom verliest Joyce plots zijn goede manieren als hij tijdelijk is verwijderd van zijn teerbeminde? Hoe komt het dat een meester als Pessoa verglijdt in een triviaal en infantiel brabbeltaaltje als hij een brief aan zijn geliefde schrijft? Doeshka Meijsing zegt hierover in haar tekst ‘In godsnaam geen liefdesbrief’: “De nagelaten liefdesbrieven van grote schrijvers vallen ofwel ten prooi aan de grote weduwen- en weduwnaarsvuren, of ze hebben het gehalte van de telefoongesprekken van de Prins van Wales. De uitzondering op de regel vormen Flauberts liefdesbrieven aan Louise Colet. Over het algemeen moet literatuur het niet hebben van liefdesuitbraaksels met een postzegel.”
Blijkbaar vervallen ook grote schrijvers in het cliché als ze beneveld zijn door de chemie van de liefde. Weinigen hebben met hun lettres d’amour grootse literatuur afgeleverd. Er is ontzettend veel zeemzoeterigheid gemoeid met amoureus geschrijf, ook met dat van ieder van ons. Verliefdheid verdooft, verdwaast, werkt een zekere lamlendigheid van de geest in de hand. Schrijven wanneer je mentale landschap te woelig is, wanneer de ander loopt te ijsberen in je hoofd, is verraderlijk. Eenmaal de overgave is aangebroken, verlies je al snel een zekere scherpzinnigheid.
De meeste liefdesbrieven getuigen dan ook van een haast gênant vitalisme, moeilijk te begrijpen door degenen die zich niet in een staat van verliefdheid bevinden. Net zoals we niet begrijpen waarom een vriendin zo lyrisch doet over die arrogante, en niet bepaald knappe kantoorchef waar ze haar geheime middagen mee doorbrengt. Verliefde zielen bevinden zich in een ander, parallel universum, in een paarlemoeren wereld overgoten met een waas van sensuele spanning. Overal en tot in het absurde toe ontdekken ze zaken (liedjes, boeken, gebeurtenissen) die gelinkt zijn aan het object van hun liefde. De wereld staat bol van niet zo toevallige toevalligheden. Hun ontembare levenslust en het ophemelen van de geliefde, die een uitweg vinden in liefdesbrieven, komt op een nuchtere ziel over als regelrechte gekte.
Liefdesbrieven zullen dan ook zelden het hart van een onwetende geadresseerde zomaar voor zich winnen. De mierzoete zemelarijen appelleren slechts aan het hart dat reeds veroverd was. Voor iemand die niet verliefd is, zijn het lege woorden. Vaak, jaren later, als de liefde reeds is bekoeld, en je de brieven herleest die je hebt geschreven of die je zijn toegestuurd, betrap je jezelf op plaatsvervangende schaamte. Wat je ooit optilde tot ongekende hoogten, klinkt nu hol en is zelfs lachwekkend.
Balsem voor de verliefde ziel
Toch is een pleidooi voor de heropwaardering van de liefdesbrief op zijn plaats, naar aanleiding van een hoogdag van de liefde als Valentijn. Als u vandaag in de pen kruipt, maakt u daarmee misschien iemand intens gelukkig. Immers, niets is zo balsemend voor de verliefde ziel als het lezen van een brief vol lof en pikanterieën van degene die je hart gestolen heeft. Veel tastbaarder dan een email of een sms’je, is een brief die je kunt lezen en herlezen, die je bij je kunt dragen en koesteren, die je kunt bewaren tot je ze op bejaarde leeftijd herleest met een meewarige glimlach. Om het bedenkelijke literaire niveau hoeft u zich niet te bekommeren. Want zelfs de grootste literatoren bezondigden zich in het heetst van hun minnekoorts aan het neerpennen van een beschamende draak. Het is zoals Pessoa ooit schreef: ‘Liefdesbrieven zijn altijd belachelijk, behalve voor degene voor wie ze bedoeld zijn.’ Hij voegde er echter aan toe: ‘Maar wie nog nooit liefdesbrieven schreef, die is pas belachelijk.’
(verschenen in De Morgen - Wax op 14/02/2009)
maandag 16 februari 2009
vrijdag 30 januari 2009
L'amour conjugué
het is voorjaar, het is avond
er waait een kille wind
door de kamer
hij drijft een wig
tussen de naakten
de lakens rillen
als een listige janus ligt hij
tussen hen in, een fabeldier
dat waakt tussen de slapen
ze wil strijken door zijn haren
maar hij kijkt haar aan, nalatig
met ogen van glas
(Rafaela, 2005)
Maar nu:
Onze wollige cocon. Maagdelijke liefde. Gebroken.
Door het barstje sijpelt nu de ander. Soms.
Een schoonheidsvlek die de schoonheid net in de verf zet.
Of nog, Leonard Nolens:
3. (uit de vijfdelige reeks 'De Derde')
Er moet een ander zijn die morrelt aan de deur
Een man die met zijn vreemde sleutel binnenvalt,
Een hond die 's nachts tussen ons in komt te staan
Om je te plagen met zijn mes van vlees, zijn geur
Van whisky, leer, tabak. Hij koestert in zijn vacht
Een zon die jou verschroeit. We kunnen hem aan.
Hij is de dief die de gevangenis van onze liefde
Platloopt met zijn elegante poten, en dan gaat,
Ons achterlaat met zijn stank en geblaf, zijn pijn
Van ons. Maar elke winter komt hij weer, hij praat
Je om met zijn brutale bek, zijn lastige brieven
Die ons in leven houden. Er moet een ander zijn.
zaterdag 24 januari 2009
C'est moi
Of: een tegenstribbelend lichaam.
donderdag 22 januari 2009
Expositie
~ Vluchtschrift ~
Tekeningen
Aquarellen
Schilderijen
20 januari ~ 20 maart 2009
Eetcafé De Scheve Lavabo
Bijlokevest 93 ~ 9000 Gent
Open ma tot za ~ 12.00 tot 00.00
Interesse? Contacteer Rafaela:
info@sensOtheque.com
maandag 12 januari 2009
zondag 4 januari 2009
La paresse de la vie
Het is: het verlangen om het verlangen. Dat slechts zelden hoeft te worden ingevuld, en misschien bij voorkeur niet. Het eindeloos kunnen streven, het niet weten, het hijgerig hunkeren naar het Hogere. Tot het zich, in schaarse gevallen, plots openbaart. Dan schrik ik van zoveel realiteit. Omdat de droom altijd droom moet blijven, en de verbeelding enkel mij toebehoort. Niet de ander. De snoodaard, per definitie, die verstoort, recupereert, usurpeert, teert. Die altijd, in elk geval, hoe zachtaardig ook (en misschien met name dan), beslag op me legt, een aanslag is op mijn soevereiniteit.
Het is ook: aankomen daar waar je wilde zijn, bij hem, bij haar, ergens. Een knetterend haardvuur waaraan je je klamme handen kunt warmen, een vrijplaats die er al altijd was. Een leegte die geduldig wachtte tot ze werd ingevuld. Niettemin: nostalgie naar de dagen waarin nog niets vastlag, en alles nog kon. Toen je nog alles kon worden wat je wou, kon gaan waar je wou, elke dag kon zijn wie je wou zijn. The Queen of Sheba, een ijskoningin, zijn goddeloze vod, zijn slet, zijn speeltje. En liefst niets daartussenin. Toen je nog alleen was, in je hoofd, in je hart, in je ziel. Toen het verlangen slechts verlangen was. Een vruchteloos wachten. Maar o zo draaglijk.
Het is bovenal: houden van het onderweg zijn. Van het eeuwigdurende getij, de wisseling van eb & vloed, het keren van de dagen, de maandstonden. Van nog en nog en nog. En opnieuw, steeds opnieuw. Tot vervelens toe, mijn verafschuwde, mijn liefste (ik). De cirkelbeweging. Ik als waterkering van mezelf. Want als de bestemming wordt bereikt, ontpopt zich in mij een kwaadaardig soort onrust, een afkeer, een destructiedrang. Alsof ik pas helemaal besta als ik kan blijven (be)vragen. Die tegendraadsheid als tegengif. Tegen de rust. Mijn teerbeminde onrust.