woensdag 1 oktober 2008

Hoe het begon

'Je hangt je jas over de stoel, je neemt plaats in de zetel, en terwijl je van de witte wijn drinkt die ik had klaargezet luister je stil. Ik vertel, soms wend ik mijn blik af, maar jij kijkt me constant aan, je reageert op mijn woorden met een kleine lach maar je onderbreekt me nooit. Pas als ik ben uitgepraat vraag je om bepaalde zaken te verduidelijken of geef je je eigen visie. Dan luister ik en zie hoe veel je vertelt met je handen, met je ogen, met je hele lijf.
Zo leggen we telkens weer dat masker af, verwijderen we dat eeltige pantser om haast onverantwoord kwetsbaar te worden. Is het daardoor dat ik, zelfs al zit ik nu recht tegenover je, me bewust word van je warmte?
De enkele kaarsen die op de schoorsteenmantel branden bieden een laatste weerwerk tegen de binnensluipende duisternis.'