donderdag 24 juni 2010

En toen werd ze waanzinnig II

Ik ben niets en tegelijk alles.
Ik ben niemand en tegelijk iedereen.
Het totale bewustzijn is het aanvoelen van de ander en hem daardoor Zijn.
Begrip voor zijn manier van Zijn is Liefde. Mededogen.
Ik ben C.
Ik ben B.
Ik ben I.
Ik ben O.
Ik ben N.
Ik ben S.
Ik ben V.
Ik ben...
Ik herken mezelf in zij die mij Zijn.
Zij herkennen zichzelf in mijn Zijn.

Wij zijn elkaar en daardoor de totale Liefde.
De Liefde houdt op daar waar we denken een afgelijnd Zijn te zijn.
Een Zijn dat zich kan afzetten of afwenden van de ander.
Daar waar we onszelf ontkennen als alles/niets en niemand/iedereen.
Liefde voor het Alles is liefde voor Iedereen. Voor de lichtwezens des te meer.
Liefde is begrip.
Begrip is liefde.

Het bewustzijn is niet nadenken.
Is licht zijn.
Is niets zijn.
En tegelijk Alles.
Innerlijk brandend, rustig vuur.

Het bereiken van de extase via het lichaam is de triomf van het niet-denken.
Het uitschakelen van het verstand.
Het louter lichaam, louter energie, louter bewustzijn zijn.

Zou het kunnen zijn dat enkel grote ego's naar deze vorm van bewustzijn kunnen streven?
Wat zij die gewoon Zijn voelen niet de noodzaak zich te ontdoen van een Ego.
Wat er niet is, kan niet worden tenietgedaan.
Dat zoveel oefening kruipt in het fnuiken van het Ego bewijst des te meer hoe groot het Ego is.
Misschien kan slechts de immense energie die een immens Ego vraagt en maakt,
worden omgezet in een immens energieveld, een immens bewustzijn.

Geaard blijven
in goedheid, genegenheid en rust.

Tussen alle dwalers
kan mij niets raken
behalve de Liefde
van zij die samen met mij
hebben gevonden

De weg van het hart naar het hoofd.

(22 juni 2010 na E. Tolle: dwaalgast af?)