zondag 7 december 2008

Hunker


Rafaela, 2008, aquarel & potlood op papier

Alarmfase. Lichaam en geest signaleren een noodtoestand. Nood aan hem, hunker naar hem, afkicken van hem. Tollend staren in de gapende leegte die hij achterlaat, zo broodnodig als water en adem. Noemde ik hem ooit mijn levensadem? Hoe poëzie soms pijnlijke realiteit wordt. Een mens zou voor minder het schrijven afleren, dat eeuwige kokette gezeur, dat vruchteloze gevecht tegen het echte leven. Want hier zit ik nu: ontmanteld, een teer, frêle vogeltje op een trillende tak, smachtend naar omzwachteling. Naar zijn geur die me bedwelmt, zijn omarming die verdooft. De warme handen, die me koesteren in het kilste uur. En zonder hem: een schaap in wolvinnenvacht. Amechtig huilend naar de maan. Als iedereen is opgeborgen door de nacht.