zaterdag 28 november 2009

De laatste

“Hij wist drommels goed dat zij de laatste was geweest met wie hij een intieme verstandhouding had gekend, met wie hij orgasmen had beleefd. Die dingen zouden nooit meer terugkomen. Hij nam het haar allerminst kwalijk, maar Lily had hem voor verdere belevenissen van dien aard ongeschikt gemaakt. Beter zou hij nooit meer krijgen; slechter had hij het nooit gehad.”

(uit 'Dood Meisje' van Geerten Meijsing)

woensdag 25 november 2009

Werelden

"Ik ben er inmiddels in geslaagd de pathetische zinnen van dit cahier niet langer hardop verder te denken op straat, in kroegen, zelfs niet in de intimiteit van een bed. Ne mélangeons plus les mondes. (Hoe minder wereld ginder, hoe meer wereld hier?)" (pag. 783)

"Concentratie is afzondering, toespitsing, focussen. Dagdromen is een punt van aandacht vinden buiten de vanzelfsprekende wereld. Misschien is een gedicht, misschien is kunst niets anders dan een brandpunt vinden buiten de gegeven realiteit, met het oog op het maken van een mogelijke wereld. Kunst als virtuele werkelijkheid?" (pag. 783)

"En ik voelde je (H. de Coninck) plotseling naast ons lopen in de gedichten die ik vorig jaar hier schreef, hier, op dezelfde plek waar jij ons twee jaar geleden bezocht. Hoe ouder wij worden, hoe minder telbaar ze lijken, de jaren, hoe onduidelijker ze samenkomen in de hechte knoop van vlees en verzen die wij zijn geworden. Die fysieke gewaarwording bevestigt nogmaals - hoe pathetisch dat ook moge klinken - dat voor een kunstenaar zijn eigen kunst en de geliefde kunst van anderen de hoogste vorm van werkelijkheid zijn. Dat fanatisme pakt niemand hem af." (pag. 784)

(uit 'Dagboek van een dichter', Leonard Nolens)

dinsdag 24 november 2009

Gemeen(d)

De dichter en de vrouwen...

Zijn vrouw Leen:

"Nu stop ik en pak ik een pint. Zij haat dat. Zij haat dat ik weer naar de keuken ga en een pint pak. Zij zegt: 'Zuigeling. Zuigeling. Jij bent een zuigeling van vijftig.'"

Een niet onbelangrijke passante:

"De vrouw die eind februari en de hele maand maart was ingebroken in je leven, de vrouw met wie je zes weken lang halfdronken door België, Nederland en Duitsland bent getrokken, haar heb je toen geen plaats kunnen geven in het ondoorgrondelijke scenario van je toekomst. Zij was de vreemde, de jonge dievegge die op een ochtend om vier uur in een eivolle kroeg je hand vastnam en beweerde dat zij van je hield. En die ook meende wat ze zei. En die je dronken lichaam over zich heen trok om haar wanhoop toe te dekken, haar zielenpijn te verdoven met de pijn van een ander, ja, zoals men zich slaat om een schrijnende wond het zwijgen op te leggen.
Voel jij je nu, achteraf, gebruikt? Ja. Maar dat wilde je toch? Het was immers de eerste keer dat een mens je zonder boe of bah liet zien dat zij je nodig had, acuut. Dat vleide je, jij die je zo vaak in dit leven te veel hebt gevoeld, nutteloos, overtollig, telluris inutile pondus. Je was de stomme pleister op haar leed, en dat beviel je. Je was bereidwillig en welkom gereedschap in de chaotische huishouding van haar eenzame bestaan. En misschien ben je dat nog, al heb je je fysiek uit haar zwerversleven teruggetrokken. Want zei ze niet, wel honderd keer, dat zij altijd van je zou houden, ook al zou ze je nooit meer zien? Alle mannen die zij heeft gekend hebben een plaats gekregen in haar hoge, lichte kamers, alle mannen zitten daar dagelijks mee aan tafel, met al haar verdwenen minnaars gaat zij dagelijks naar bed."

(uit 'Dagboek van een dichter', Leonard Nolens)

maandag 23 november 2009

La chair

Denkoefening voor een dansvoorstelling



maandag 16 november 2009

Mixed emotions I

"Love easily confuses us
because it is always in flux
between illusion and substance,
between memory and wish,
between contentment and need."
(Tom Robbins)

zondag 15 november 2009

vrijdag 13 november 2009

Littekening