woensdag 29 oktober 2008

Ontworsteling

Zij keek in de ogen van een wijze man. En verbrokkelde.
Het is allemaal ontworsteling, zei hij. Een leven lang.
Hoe geest en beest elkaar beconcurreren. En die eerste altijd wint.
Een huid die niet doorlaatbaar is. Een lichaam dat niet loslaat.
Hoe ze zo graag bevredigend wil zijn. En geen afscheid kan nemen.
'Go with the flow. Let the beast go.'
Mantra als geschenk van de ziener. De wroeter. De zalver.

vrijdag 24 oktober 2008

Le démon du midi


Rafaela, inkt op papier, 2008
Hij en Zij. Zonder gezichtsverlies.
En ergens in het midden houdt zich geen (gem)eenzaamheid schuil.
Maar een totaliteit die aan het duivelse grenst.

donderdag 23 oktober 2008

Droedelen


maandag 20 oktober 2008

Koudekoorts


Rafaela, 2008, inkt & potlood op papier
Hoe ik je lichaam zocht, daar diep in het bos.
Hoe je mij liet lijden.
Hoe ik kronkelde en kwijlde, een gevallen engel met een zeehondenblik.
Hoe ik me trachtte te verwarmen, in het kilste kwartier van je hart.
Hoe mijn brandende handen afketsten op je lijf, stokstijf en ijskoud.
Hoe ik werd verbannen naar een hoek van de kamer.
Een rillend hoopje naakt, omdat een ander ons had aangeraakt.
Hoe ik diep was geraakt en toch omzwachteld.
Hoe je zwichtte. Hoe je verzachtte.
Hoe jij me de nacht in zoende. Hoe wij ons verzoenden.
Hoe ik droomde. Hoe jij mij omzoomde.

vrijdag 17 oktober 2008

Weekdieren


Rafaela, aquarel, 2008

Zie je ze daar zitten, die twee sentimentele, overromantische weekdieren, met een te diepe kerf in hun ziel? Op hun vlot, dat bij het minste zuchtje wind kan opgeslokt worden door de ongenadige zee? Wie zegt dat ze nog boven komen?

Ik heb mijn rotsblok nodig, mijn rustpunt, mijn eiland dat nooit vergaat, waar ik altijd kan aankomen. Om het hoofd boven water te houden. Niet dat jij geen rotsblok bent. Maar wel zo eentje dat samen met mij de berg afrolt (tot groot jolijt, dat wel!).

(...)

donderdag 16 oktober 2008

Onverklaarbaar gewillig


Rafaela, 2005, acryl & olie op doek
'Voel je dat hoe lijven zich onverklaarbaar gewillig naar elkaar schikken, als alle gêne is verdwenen?'

'Maar als wij zo 'alike' zijn, is dat dan wel bevorderlijk voor de compatibiliteit in de bedstee, voor het ineenschuiven? Moet het niet altijd een beetje oorlog zijn tussen de lakens? Weet je: eigenlijk ben ik best lui in bed. Ik laat me graag nemen, 'overmannen', kussen, likken, strelen. Een beetje de Queen of Sheba, die het zich allemaal laat welgevallen. Ook omdat ik twee zaken onmogelijk tegelijk kan: genieten en genot schenken. Beiden vragen mijn totale aandacht, mijn totale overgave. Hoe zit dat met jou?'

(...)

dinsdag 14 oktober 2008

Ontrouw

Niet te geloven hoe ontrouw een mens kan zijn. Aan zijn eigen voornemens bijvoorbeeld. Hoe vaak heb ik al verzuimd aan het plan om elke avond de mooiste woorden van de dag neer te pennen? In de ijdele hoop ze nooit meer te vergeten. Of op te kunnen dissen wanneer ze plots heel passend zijn.

Bij deze maak ik het vandaag goed. Voor één keer. Meer durf ik niet te beloven. Aan de afvallige die ik willens nillens ben. Zij bleven haperen in mijn hoofd vandaag: besmuikt - onfortuinlijk - sferen - doordesemd - sardonisch - miasma -amoureuze hersenspinsels - amechtig - kortsluiting in mijn hoofd - schatplichtig - infideel - dubbele ironie...

maandag 13 oktober 2008

A la recherche du silence II



Op vraag van b.: meer beeld. Of hoe de tekenaar het aanschouwde (zie à la recherche I) kneedt en met dichterlijke vrijheid naar zijn/haar hand zet. Elke tekening, elke pennenvrucht: een tegenschouw. Als weerwerk tegen de werkelijkheid.

woensdag 1 oktober 2008

A la recherche du silence



Het was die leeggelopen streek in Frankrijk die me leerde om langzaam te leven. Maar hoe snel wordt de traagheid afgeleerd, eenmaal terug in de dagdagelijkse habitat, bevolkt door een veelheid aan mensen, bevuild door een overdaad aan prikkels, routines en ruis. Daarom, de nouveau, plaats ik mezelf in quarantaine. Verscholen in een kluizenaarshol, ergens op een kale berg, slechts gewapend met boeken, moleskines, verf & pen. Allicht getergd door het gemis. Maar luisterend naar de stilte. En hoe oorverdovend die kan zijn.

Hoe het begon

'Je hangt je jas over de stoel, je neemt plaats in de zetel, en terwijl je van de witte wijn drinkt die ik had klaargezet luister je stil. Ik vertel, soms wend ik mijn blik af, maar jij kijkt me constant aan, je reageert op mijn woorden met een kleine lach maar je onderbreekt me nooit. Pas als ik ben uitgepraat vraag je om bepaalde zaken te verduidelijken of geef je je eigen visie. Dan luister ik en zie hoe veel je vertelt met je handen, met je ogen, met je hele lijf.
Zo leggen we telkens weer dat masker af, verwijderen we dat eeltige pantser om haast onverantwoord kwetsbaar te worden. Is het daardoor dat ik, zelfs al zit ik nu recht tegenover je, me bewust word van je warmte?
De enkele kaarsen die op de schoorsteenmantel branden bieden een laatste weerwerk tegen de binnensluipende duisternis.'